-
1 kneel
n. knieling--------v. knielen[ nie:l] 〈knelt [ nelt]/Amerikaans-Engels ook kneeled [nie:ld], knelt/Amerikaans-Engels ook kneeled〉♦voorbeelden: -
2 prostrate
adj. uitgestrekt, nedergeworpen, uitgeput--------v. ter aarde werpen, neerwerpen, omverwerpen, in het stof doen buigen; uitputten; in het stof buigen voorprostrate1[ prostreet] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:————————prostrate2♦voorbeelden:
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский