-
1 gejaagdheid
-
2 gejaagdheid
нервность, нервничание; суетливость, суета; суетня; суматошность* * *сущ.общ. взволнованность, торопливость, возбуждение -
3 gejaagdheid
n. flurry, agitation, perturbation -
4 agitation
-
5 взволнованность
ngener. gejaagdheid -
6 возбуждение
ngener. agitatie, kweking (чувств и т.п.), prikkeling, aandoening, beroering, emotie, gejaagdheid, ontroering, opwinding -
7 торопливость
ngener. gejaagdheid, gehaast, gejakker, haast, spoed -
8 drukte
I.degrosse Beschäftigung f [Hochbetrieb]II.de [bij schouwburg, trein enz.]Andrang mIII.de [gejaagdheid]Hektik f -
9 flutter
n. gefladder, fladderen; gejaagdheid, agitatie; speculatie, gokje--------v. fladderen, klapwielen, dwarrelen, wapperen; trillenflutter1[ fluttə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————flutter24 zenuwachtig/opgewonden rondlopen ⇒ ijsberen5 snel/onregelmatig slaan ⇒ (snel) kloppen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 snel (heen en weer) bewegen ⇒ doen klapperen/wapperen♦voorbeelden: -
10 convulsif
convulsif [kõvuulsief]♦voorbeelden:rire convulsif • lachstuiptoux convulsive • kramphoest= convulsive; adj -
11 énervement
-
12 agitation convulsive
agitation convulsive -
13 trépidation
-
14 взволнованность
ngener. gejaagdheid -
15 возбуждение
ngener. agitatie, kweking (чувств и т.п.), prikkeling, aandoening, beroering, emotie, gejaagdheid, ontroering, opwinding -
16 торопливость
ngener. gejaagdheid, gehaast, gejakker, haast, spoed -
17 onrust
2 [gejaagdheid] restlessness♦voorbeelden:onrust stoken • stir up/make troubleonrust zaaien • stir up trouble -
18 Hast
〈v.; Hast〉♦voorbeelden:1 die Hast des modernen Lebens • het jachtige, moderne levenohne Hast • zonder zich te haasten -
19 Hastigkeit
-
20 Hetze
Hetze〈v.; Hetze, Hetzen〉♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Нидерландский
- Русский
- Французский