-
1 кутить
v1) gener. aan de zwier gaan, zijn, maroderen, slampampen, aan de boemel zijn, aan de sjouw zijn, aan de zwabber zijn, boemelen, brassen, (только inf) flierefluiten, fuiven, op de sjouw zijn, pierewaaien, sjouwen, slempen, zwieren2) colloq. op marode gaan3) liter. aan de rol gaan, aan de rol zijn -
2 пировать
vgener. fuiven, slempen, zwieren, brassen, aan de boemel zijn, aan de sjouw zijn, aan de zwabber zijn, banketteren, de bloemetjes buiten zetten, goede sier maken, op de sjouw zijn -
3 угощать
vgener. fuiven (рр-кого-л.), vergasten, aanbieden, een rondje geven, onthalen, tracteren (op- ÷åì-ô.), trakteren (op- ÷åì-ô.), voorzetten, vrijhouden -
4 чествовать
vgener. fuiven, eren, feteren, huldigen, vieren
Перевод: с русского на все языки
со всех языков на русский- Со всех языков на:
- Русский
- С русского на:
- Нидерландский