-
1 rutilant
-
2 scintillant
-
3 сверкающий
schitterend, fonkelend, glinsterend -
4 brilliant
adj. briljant; schitterendbrilliant1[ brilliənt] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————brilliant21 stralend ⇒ fonkelend, glinsterend2 briljant ⇒ magnifiek, geniaal♦voorbeelden:brilliant red • hoogrood -
5 incandescent
-
6 glitteringly
adv. al glinsterend, glimmend, fonkelend -
7 incandescently
adv. gloeiend, fonkelend -
8 lustrousness
n. kwaliteit van fonkelend zijn, schittering, glans, glimmende kwaliteit -
9 scintillant
adj. Fonkelend, glinsterend -
10 scintillatingly
adv. schitterend, fonkelend, glinsterend -
11 sparkling
adj. fonkelend; sprankelend (frisdrank met koolzuur); mousserend -
12 pétillant
-
13 chromblitzend
chromblitzend -
14 feurig
-
15 flammend
flammend♦voorbeelden: -
16 flimmrig
-
17 glitzerig
glitzerig1 glinsterend, fonkelend
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Турецкий
- Французский