-
1 firma
♦voorbeelden:3 hij werd in de firma opgenomen • he was taken/admitted into partnership -
2 firma
n. firm, company, corporation, commercial business -
3 de firma Smith & Jones
de firma Smith & JonesVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de firma Smith & Jones
-
4 de firma staat onder het beheer van een curator
de firma staat onder het beheer van een curatorVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de firma staat onder het beheer van een curator
-
5 die firma viert vandaag haar vijftigjarig bestaan
die firma viert vandaag haar vijftigjarig bestaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > die firma viert vandaag haar vijftigjarig bestaan
-
6 dit product is het paradepaard van onze firma
dit product is het paradepaard van onze firmaVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dit product is het paradepaard van onze firma
-
7 een degelijke firma
een degelijke firmaa reputable/respectable firmVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een degelijke firma
-
8 een firma met een reputatie
een firma met een reputatieVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een firma met een reputatie
-
9 een goed bekendstaande firma
een goed bekendstaande firmaVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een goed bekendstaande firma
-
10 een kapitaalkrachtige firma
een kapitaalkrachtige firmaVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een kapitaalkrachtige firma
-
11 een oude firma
een oude firma -
12 een welvarende firma
een welvarende firmaVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een welvarende firma
-
13 hij heeft onze firma naar het bankroet gevoerd
hij heeft onze firma naar het bankroet gevoerdVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij heeft onze firma naar het bankroet gevoerd
-
14 hij werd in de firma opgenomen
hij werd in de firma opgenomenhe was taken/admitted into partnershipVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij werd in de firma opgenomen
-
15 iemand bij een firma benoemen
iemand bij een firma benoemenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand bij een firma benoemen
-
16 lid van een firma
lid van een firmaVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > lid van een firma
-
17 onze firma handelt vooral op Engeland
onze firma handelt vooral op EngelandVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > onze firma handelt vooral op Engeland
-
18 procuratie hebben bij iemand/bij een firma
procuratie hebben bij iemand/bij een firmahold someone's/a firm's procurationVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > procuratie hebben bij iemand/bij een firma
-
19 vennootschap onder een firma
vennootschap onder een firmafirm, partnership(firm)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > vennootschap onder een firma
-
20 weggaan bij een firma
weggaan bij een firmaVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > weggaan bij een firma
См. также в других словарях:
Firma — Saltar a navegación, búsqueda Para otros usos de este término, véase Firma (empresa). Firma de un notario español del siglo XVII La firma es una palabra, o pequeño … Wikipedia Español
firmă — FÍRMĂ, firme, s.f. 1. Inscripţie executată pe un zid, pe o placă etc., aşezată la intrarea unui magazin, a unei întreprinderi etc. şi pe care este indicată denumirea, destinaţia, caracterul acestora; p. ext. placă, panou cuprinzând această… … Dicționar Român
firma — sustantivo femenino 1. Acción y resultado de firmar: Presencié la firma del acuerdo entre los dos países. 2. Nombre y apellidos de una persona y rúbrica que se ponen al final de un documento o de un escrito: Falsificaban la firma del secretario… … Diccionario Salamanca de la Lengua Española
firma — (De firmar). 1. f. Nombre y apellido, o título, que una persona escribe de su propia mano en un documento, para darle autenticidad o para expresar que aprueba su contenido. 2. Conjunto de documentos que se presenta a quien corresponda para que… … Diccionario de la lengua española
Firma — Sf std. (18. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus it. firma rechtskräftige Unterschrift unter einer geschäftlichen Vereinbarung , einer Ableitung von it. firmare befestigen, bekräftigen , aus l. fīrmāre, zu l. fīrmus fest, tüchtig . Im Deutschen… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
firma — s. f. 1. Assinatura. 2. Chancela. 3. Nome de um comerciante ou dos sócios que dão o seu nome a uma sociedade. (Neste último caso também se diz firma social.) 4. Finca pé; apoio, esteio. 5. boa firma: negociante ou sociedade de bons créditos. 6. … … Dicionário da Língua Portuguesa
firma — {{/stl 13}}{{stl 8}}rz. ż Ia, CMc. firmamie {{/stl 8}}{{stl 20}} {{/stl 20}}{{stl 12}}1. {{/stl 12}}{{stl 7}} przedsiębiorstwo handlowe, usługowe lub produkcyjne : {{/stl 7}}{{stl 10}}Firma wydawnicza, handlowa, przemysłowa. Znana, solidna,… … Langenscheidt Polski wyjaśnień
Firma — (v. ital. firmare, unterschreiben; ital. Ragione, Ditta, franz. Raison, engl. Firm, span. Firma comercial, holländ. und portug. Firma), der Name, unter dem der Kaufmann im Handel seine Geschäfte betreibt und die Unterschrift abgibt sowie klagen… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
firma — firma, de firma expr. de marca comercial conocida, auténtico. ❙ «Mucho sillón con borlas y mucho cuadro de firma...» Carmen Martín Gaite, Nubosidad variable, 1992, RAE CREA. ❙ ▄▀ «Andrés compra siempre ropa de firma porque dice que así se siente… … Diccionario del Argot "El Sohez"
Firma — [Basiswortschatz (Rating 1 1500)] Auch: • Betrieb • Gesellschaft • Unternehmen • Begleitung Bsp.: • Er gehört zu unserer Firma. • … Deutsch Wörterbuch
Firma — (firm; raison, firma; ragione). Nach den handelsrechtlichen Bestimmungen gilt übereinstimmend auch jede Privateisenbahn als Kaufmann und muß deshalb eine Firma haben. Die Firmen der Privatbahnen sind in der Regel Sachfirmen und enthalten meist… … Enzyklopädie des Eisenbahnwesens