-
21 kaart
1 [speelkaart] card4 [toegangskaart] ticket5 [ansichtkaart] card♦voorbeelden:de kaarten zijn geschud • 〈 figuurlijk〉 the die is cast, decisions have been made2 〈 figuurlijk〉 dat is doorgestoken kaart • it's been arranged behind our backs, it's rigged; it's a frame up 〈 gearrangeerde beschuldiging〉〈 figuurlijk〉 dat is geen haalbare kaart • it's not a viable proposition, it's not practicable/workable〈 figuurlijk〉 zich in de kaart laten kijken • show one's cards/hand3 de gele/rode kaart krijgen • be shown the yellow/red cardgroene kaart • Bgreen cardmag ik de kaart van u • may I have the menu, please?die plaats staat niet op de kaart • that place isn't on the map -
22 mond
♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 een grote mond opzetten tegen iemand, iemand een grote mond geven • talk back at/to someone, give someone liphij kan zijn grote mond niet houden • he can't keep his big mouth shutdat is een hele mond vol • that's quite a mouthful〈 figuurlijk〉 iedereen heeft er de mond van vol • everybody is full of it, it is on everybody's lips〈 figuurlijk〉 zij hebben de mond vol over ontwapening, maar … • they have a lot to say about/make a great song and dance about disarmament, but …doe je mond dan open • say something (for goodness' sake)〈 figuurlijk〉 zijn mond voorbijpraten • let one's tongue run away with one, blab, spill the beansbij monde van • through/from〈 figuurlijk〉 bepaalde woorden in de mond nemen • use/utter certain words〈 figuurlijk〉 met de mond vol tanden staan • be at a loss for words/tongue-tiedde vinger op de mond leggen • put one's finger to one's lipsiets uit zijn eigen mond sparen • 〈 letterlijk〉 save some of one's food for someone else; 〈 bezuinigen〉 go without food to buy something for someone else(als) uit één mond • with one voice, unanimouslyuit zijn mond klinkt het ongeloofwaardig • it sounds unbelievable coming from himhet gerucht ging van mond tot mond • the rumour went roundhij antwoordde wat hem voor de mond kwam • he said the first thing that came into his headgeen mond opendoen • keep one's mouth shut, never open one's mouthhij heeft een mond als een hooischuur • he's got a mouth big enough for two people -
23 recht
recht1〈 het〉2 [rechtsregels; rechtsgeleerdheid] law3 [rechtspraak] justice4 [proces] court5 [bevoegdheid, voorrecht] right6 [meervoud] [bevoegdheden behorend bij een stand/positie] rights8 [meervoud] [bevoegdheid tot reproductie van een boek/film enz.] (copy)right(s)9 [belasting] duty♦voorbeelden:recht doen aan iets • do justice to something〈 figuurlijk〉 iemand/iets geen recht doen • be unfair to someone/somethinghet recht handhaven • uphold the lawhet recht met voeten treden • trample justice underfootin zijn recht zijn/staan • be within one's rightsje kan je met recht afvragen wat … • you may well wonder what …met recht razend zijn • have good reason to be furiousagrarisch/fiscaal/militair recht • agrarian/fiscal/military lawburgerlijk recht • civil lawhet geschreven recht • written/statute lawhet ongeschreven recht • unwritten/common lawpubliek en privaat recht • public and private lawRomeins recht • Roman lawhet recht in eigen handen nemen • take the law into one's own handsrechten studeren • read/study lawmeester in de rechten • Master of Lawskrachtens recht en gewoonte • by right and customkrachtens/volgens Engels recht • under English lawnaar Nederlands recht • according to Dutch lawrecht doen in een zaak • decide on a caserecht vorderen/zoeken • demand/seek justice4 in rechte iets afdwingen/eisen/vorderen • enforce/demand something in a court of lawhet recht van de sterkste • the law of the jungleaangeboren en verworven rechten • birthrights and acquired rightsdat is mijn goed recht • that is my righthet volste recht hebben om … • have every right to …zijn graad geeft hem het recht om … • his degree qualifies him to …het recht hebben om zijn kinderen te zien • have access to one's childrenniet het recht hebben iets te doen • have no right to do somethingiemand het recht ontzeggen om … • deny someone the right to …evenveel recht van spreken hebben als de rest • have an equal voice with the restgeen recht van spreken hebben • have no right to speakdoor dat te doen had hij geen recht van spreken meer • by doing that he put himself out of courtiedereen heeft het recht om … • everyone has the right to …op zijn recht(en) staan • insist on one's right(s)〈 figuurlijk〉 zijn kwaliteiten komen daar veel beter tot hun recht • he can make far better use of his talents there〈 figuurlijk〉 iemand/iets (niet) tot zijn recht laten komen • do (no) justice to someone/somethingvoor zijn recht(en) opkomen • defend one's right(s)de rechten van de vrouw • women's rightsburgerlijke/politieke rechten • civil/political rightsde oudste rechten hebben • have first claimgeen recht hebben op • have no right/claim tozijn rechten laten gelden • exercise one's rightsrecht hebben/geven op iets • have/give the right to somethingalle rechten voorbehouden • all rights reservedvrij van rechten • free of duties————————recht21 [niet gebogen/bochtig; niet scheef/schuin] straight2 [rechtop] straight (up), upright3 [normaal] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 right 〈 kant van stof〉; direct 〈 evenredigheid〉; 〈 bijwoord〉 directly 〈 evenredig〉♦voorbeelden:op het laatste rechte stuk • on the home straightje bord moet je wel recht houden • you must keep your plate straightde auto kwam recht op ons af • the car was coming straight at usiets recht leggen • put something straightrecht op iemand/iets afgaan • go straight for someone/somethingiets recht snijden • cut something (off) straightrecht omhoog/omlaag • straight up/downiemand recht in de ogen kijken • look someone straight in the eyerecht op zijn doel afgaan • go straight for one's goalrecht van lijf en leden • straight-limbedrecht voor zich uitkijken • look/stare straight aheadrecht op zijn benen staan • stand up straightrecht zitten/staan • sit/stand up straightrecht overeind • straight up, bolt uprightrecht evenredig zijn met • be directly proportional to〈 breien〉 eerst drie averecht, dan drie recht • first three purl, then three plainhet rechte van iets weten • know the ins and outs of somethingII 〈 bijwoord〉1 [formeel] [echt] really2 [precies] straight♦voorbeelden:2 hangt/zit mijn jurk recht? • is my dress straight?ze reden recht op elkaar in • they collided head-onhij woont recht tegenover mij • he lives straight across from merecht tegenover elkaar • face-to-face -
24 rug
♦voorbeelden:1 hij heeft een brede rug • he has a broad back/broad shoulderseen hoge rug (op)zetten • arch one's backopen rug • spina bifida〈 figuurlijk〉 achter de rug van iemand kwaadspreken • talk about someone behind his/her backdoor zijn rug gaan • do one's back in, strain one's backmet zijn handen op de rug • (with) his hands behind his back〈 figuurlijk〉 over de ruggen van de arbeiders werkte hij zich omhoog • he worked his way up by trampling on the workerseen rooie rug • a thousand-guilder note -
25 vuur
1 [lichtend verschijnsel] fire2 [(plaats van) brandende stoffen] fire3 [het schieten met vuurwapens] fire6 [bederf in hout] (dry) rot7 [brand in het koren] blight♦voorbeelden:het huis staat in vuur en vlam • the house is in flamesin vuur en vlam zetten • set ablaze/on fire 〈 ook figuurlijk〉een land te vuur en te zwaard verwoesten • destroy a country by fire and swordeen vuur aanleggen/oppoken • lay/poke a fireeen vuur aansteken • light a fire〈 figuurlijk〉 iemand het vuur na aan de schenen leggen • make it/things hot for someoneeen vuur uitdoven • put out/extinguish a fireeen pan op het vuur zetten • put a pan on the stove3 het vuur openen/staken • open/cease firede vijand onder vuur houden • keep the enemy under firetussen twee vuren zitten • 〈 ook figuurlijk〉 get caught in the middle/in the firing lineiets met vuur verdedigen • defend something hotly -
26 zoeken
3 [iedere gelegenheid aangrijpen om op iemand te vitten] be after4 [proberen] try5 [uitlokken] look for♦voorbeelden:zijn weg zoeken • feel one's way〈 figuurlijk〉 ze wist niet meer waar ze het zoeken moest • 〈 zag geen oplossing meer〉 she didn't know which way to turn; 〈wist zich geen raad van de pijn enz.; ook〉 she was at her wits' endzoek je iets? • 〈 ook〉 have you lost something?hij werd gezocht (wegens diefstal) • he is wanted (for theft)we moeten hulp zoeken • we have to go for/get helpiemands ondergang zoeken • plot someone's downfallde ruimte zoeken • 〈 de natuur in gaan〉 go in search of the wide open spaces; 〈 op de vlucht gaan〉 take to one's heelshulp zoeken bij iemand • turn to someone for help〈 figuurlijk〉 de regering zoekt het in bezuinigingen • the government's solution is (to make) cutbacksjij bent de man die ik zoek • you're the man I'm looking fordie leraar zoekt mij • that teacher is out to get me -
27 deur
1 door♦voorbeelden:een zitting met open deuren • a public session〈 figuurlijk〉 de deur voor iemands neus dichtdoen/gooien • shut/slam the door in someone's facede deur achter zich dichttrekken • close the door behind onehij is net de deur uitgegaan • he's just gone outzij komt de deur niet meer uit • she never goes out any morejij komt de deur niet meer in • you shan't enter my house againmet geld open je alle deuren • money opens any door/all doors〈 figuurlijk〉 de deur (wijd) openzetten voor knoeierijen • leave the door (wide) open to corruption, open the door (wide) to corruptioniemand de deur uit werken • get rid of someoneiemand de deur uitzetten/buiten de deur zetten • turn someone out of the houseik mag voorlopig de deur niet uit • I'm confined to the house at the momentzijn de folders de deur al uit(gegaan)? • have the leaflets been sent out yet?aan de deur kloppen • knock at/on the dooraan de deur wordt niet gekocht • no hawkers!vroeger kwam de bakker bij ons aan de deur • the baker used to call at the houseer is iemand voor je aan de deur geweest • there was someone at the door for youik heb wel een stok achter de deur nodig • I (do) need an incentivebuiten de deur eten • eat outmet iets langs de deuren gaan • sell something door-to-doormet de deuren gooien • slam the doorsdat is niet bepaald naast de deur • that isn't exactly on the doorstepzijn vinger kwam tussen de deur • his finger got trapped in the doorde winter staat voor de deur • winter is almost hereveranderingen die voor de deur staan • forthcoming changesdaar is (het gat van) de deur! • there's the door!¶ dat doet de deur dicht • that does it, that's the limit/it -
28 duivel
1 [geen meervoud] [Satan] devil♦voorbeelden:1 de duivel bannen/bezweren/uitdrijven • exorcise/drive out the devil't is of de duivel ermee speelt • you'd think the devil had a hand in it〈 figuurlijk〉 hij is van de duivel bezeten • he's possessed (by/of the devil)〈 figuurlijk〉 bij de duivel te biecht gaan • consort with the enemy/devilhij is voor de duivel nog niet bang • he's afraid of no one and nobodyalsof de duivel hem op de hielen zat • as if the devil were at his heels〈 figuurlijk〉 hij is des duivels • he's furious/livid〈 spreekwoord〉 als je van de duivel spreekt, trap je hem op zijn staart • talk of the devil and he's sure to appear¶ wat/waar/wie voor de duivel • what/where/who the devil -
29 ei
ei1 [biologie] [eicel] ovum, egg2 [met betrekking tot vogels; iets met een eivorm] egg♦voorbeelden:gepocheerde eieren • poached eggseen hard ei • a hard-boiled eggmet rotte eieren gooien (naar iemand) • throw rotten eggs (at someone); 〈 figuurlijk〉 sling mud (at someone)verse eieren • new-laid/fresh eggseen vuil ei • an egg with a blood speckdat is voor haar een zacht(gekookt) eitje • it's a piece of cake for hereen ei leggen/uitbroeden • lay/hatch an eggeieren met spek • bacon and eggs〈 spreekwoord〉 beter een half ei dan een lege dop • half a loaf is better than no bread/than none -
30 hart
1 [spier, hartstreek; innerlijk gemoed] heart2 [gezindheid, vriendschap] heart4 [als voedsel; iets met hartvorm] heart♦voorbeelden:in de grond van mijn hart • in my heart of heartsuit de grond van zijn hart • from the bottom of one's hearthij is een jager in hart en nieren • he is a hunter in heart and soulde stem van zijn hart volgen • follow (the voice of) one's heartmet hart en ziel • with all one's heart, with heart and soulzich met hart en ziel wijden aan iets • put one's heart and soul into something, devote one's heart and soul to somethingmet een gerust hart • with an easy mindhet komt uit een goed hart • it's meant wellhet heilig hart • the Sacred Hearteen zwak hart hebben • have a weak heartiemands hart breken • break someone's heart〈 figuurlijk〉 ik hield mijn hart vast • my heart missed a beat, my heart was in my mouth〈 figuurlijk〉 je houdt je hart vast bij de gedachte dat • it's just too awful to think what might happen ifmet kloppend hart • with pounding heart〈 figuurlijk〉 het hart klopte hem in de keel • his heart was in his throat/mouthje kunt je hart ophalen • you can enjoy it to your heart's contenthaar hart stond even stil/sloeg over • her heart missed a beatzijn hart uitstorten • pour out/unburden/open one's heart (to someone)zijn hart aan iemand verloren hebben • have lost one's heart to someonezijn hart aan iets verpanden • lose one's heart to somethinghet aan het hart hebben • have a heart conditioniemand na aan het hart liggen • be very dear to someone hearthet gaat mij toch aan het hart • it really touches medat gaat hem aan het hart • it (really) hurts/grieves him(diep) in zijn hart hield hij nog steeds van haar • in his heart (of hearts) he still loved herdat is een man naar mijn hart • he's a man after my heartiets op zijn hart hebben • have something on one's mindiemand iets op het hart drukken • impress something on someone('s mind)zeg maar wat je op het hart hebt • get it off your chesthet hart op de tong hebben/dragen • wear one's heart on one's sleevemet de hand over het hart strijken • show mercyvan zijn hart geen moordkuil maken • make no disguise of one's feelingsdat moet mij toch van het hart • I just have to get this off my chest〈 spreekwoord〉 waar het hart van vol is, loopt de mond van over • what the heart thinks, the tongue speaksiemand geen kwaad hart toedragen • bear someone no ill williets een warm hart toedragen • be well disposed towards somethinghart voor een zaak hebben • have one's heart in a matterde harten van de mensen veroveren • capture people's hearts3 heb het hart eens! • don't you dare!, just you try it!iemand een hart onder de riem steken • hearten someone, buck someone uphet hart zonk hem in de schoenen • he lost heart, his heart sank into his bootsde schrik sloeg hem om het hart • his heart missed a beat/was in his mouth5 in het hart(je) van de stad wonen • live in the heart/centre of the cityiets van ganser harte doen • do something wholeheartedlyhet ging niet van ganser harte • it was only halfheartedlyiets niet over zijn hart kunnen verkrijgen • not find it in one's heart to do somethingiets ter harte nemen • take something to heartdat gaat mij zeer ter harte • I have that very much at heartvan harte gefeliciteerd • my warmest congratulationshij deed het, maar het ging niet van harte • he did it, but his heart wasn't in it -
31 hoogte
1 [verticale afmeting] height3 [vrije ruimte boven iets anders] height4 [met betrekking tot klanken] pitch5 [wiskunde] height6 [aardrijkskunde] level ⇒ 〈 latitude〉 latitude, 〈 met betrekking tot hemellichaam〉 elevation, 〈 met betrekking tot hemellichaam〉 altitude♦voorbeelden:op gelijke hoogte met de vloer • level/flush with the floorop geringe/grote hoogte vliegen • fly at (a) high/low altitude〈 figuurlijk〉 tot op zekere hoogte hebt u gelijk • to some/a certain extent you're right〈 figuurlijk〉 Nederland is leuk tot op zekere hoogte • Holland is nice as/so far as it goesop een hoogte van 7000 m • at a height/an altitude of 7000 m.ter hoogte van zijn schouders • at shoulder height〈 figuurlijk〉 de prijzen gingen de hoogte in • prices went up/rose; 〈 sterker〉 prices rocketed/soared5 lengte, breedte en hoogte • length, breadth and heighter staat een file ter hoogte van Woerden • there is a Atraffic jam near Woerdeniemand op de hoogte brengen/stellen • acquaint someone with something, inform someone about/of something; 〈 informeel〉 fill someone in on somethingvolledig van iets op de hoogte zijn • be well informed about/acquainted with something; 〈 informeel〉 be well up on somethingindien u verhinderd bent wordt u verzocht ons hiervan op de hoogte te stellen • please let us know if you are unable to come -
32 kat
1 [huisdier; snibbig meisje] cat3 [snauw] snarl♦voorbeelden:de Gelaarsde Kat • Puss-in-Bootseen valse kat • a bitcher uitzien als een verzopen kat • look like a drowned rat〈 figuurlijk〉 de kat in het donker knijpen • saint it in public, sin it in secreteen kat komt altijd op haar poten terecht • a cat has nine lives〈 figuurlijk〉 de kat bij het spek zetten/op het spek binden • leave/set the fox to watch the geese〈 figuurlijk〉 zich voelen als een kat in een vreemd pakhuis • feel like a fish out of water, feel out of placeals een kat in het nauw • like a cornered rat〈 informeel〉 kat in het bakkie • it's child's play/a piece of cake〈 spreekwoord〉 als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel • when the cat's away the mice will play¶ ik ben er voor de kat z'n kut geweest! • what a fucking waste of time that was! -
33 klok
klok1〈de〉1 [bel] bell2 [uurwerk] clock3 [klokslag] stroke4 [duikerklok] bell5 [glazen stolp] bell jar♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 iets aan de grote klok hangen • broadcast something; 〈 geheimen ook〉 wash one's dirty linen in public〈 figuurlijk〉 het klinkt als een klok • it sounds superb/magnificent; 〈 figuurlijk ook〉 that's perfect; 〈 duidelijk〉 that's crystal cleareen staande klok • a grandfather clockhij kan nog geen klok kijken • he can't tell (the) time yetde klok loopt voor/achter/gelijk • the clock is (running) fast/slow/on timede klok opwinden • wind the clockde klok slaat (zes uur) • the clock strikes (six o'clock)de klok staat stil • the clock has stoppedde klok rond slapen • sleep (a)round the clock〈sport; ook figuurlijk〉 een race tegen de klok • a race against the clock, a time trialmet de klok mee • clockwisetegen de klok in • anticlockwise, Acounterclockwisehet is allemaal sport wat de klok slaat bij hem • he eats, drinks, and sleeps sporthet is allemaal werken wat de klok slaat • working is the order of the dayop de klok af • right to the minute————————klok21 glug -
34 komen
2 [verschijnen, zichtbaar worden] come3 [op bezoek komen] come ((a)round/over) ⇒ call4 [+ aan] [aanraken] touch7 [informeel] [klaarkomen] come♦voorbeelden:in afwachting van de dingen die komen gaan • in expectation of things to comeergens bij kunnen komen • be able to get at somethinghij kwam te overlijden • he diedje moet op een kantoor zien te komen • you must arrange to get into an office〈 figuurlijk〉 ergens achter komen • find out/get to know/get on to something〈 figuurlijk〉 hoe kom je erbij! • what(ever) gives/gave you that idea?〈 in gesprek〉 hoe kwamen we hierop? • how did we get onto this (subject)?kom op, we gaan • come on, we're leavingik kom er wel uit • I'll let myself outmaak dat je weg komt! • get out (of here)!ze hadden het nooit zover moeten laten komen • they should never have let things get this/that farhoe is het ooit zover kunnen komen? • how did it/things ever come to this?nergens aan toe komen • fiddle about, not get anything doneergens niet aan toe komen • not get round to somethingbij elkaar komen • come/get together, meethoe kom je van hier naar het museum? • how do you get to the museum from here?ergens niet op kunnen komen • not to be able to think of somethingdat komt op ƒ200 • that comes to 200 guilderstot staan komen • come to a halt/stoptot iets komen • come to something; 〈 over zijn hart krijgen〉 bring oneself to (do) something; 〈 de tijd vinden〉 get round to somethinghij komt tot mijn schouder • he comes (up) to my shoulder〈 spreekwoord〉 wie het eerst komt, het eerst maalt • first come, first serveddaar komt de boot de haven in • there's the boat coming into (the) harboureen komen en gaan van bezoekers • coming(s) and going(s) of visitorser kwamen niet veel mensen kijken • not many people came to lookde politie laten komen • send for/call the policekomen logeren bij iemand • come and stay with someonehij is helemaal komen lopen • he walked the whole waydaar mag je niet komen • you mustn't go therekom daar nu eens om! • 〈 figuurlijk〉 try to find that!, where do you find that!ik kom eraan/al! • (I'm) coming!, I'm on my way!kom hier • come herekom eens langs! • come round some time!met de boot/per spoor/te voet komen • come by boat/by train/on footzij komt om suiker • she has come/she's here for/to get some sugarhij komt uit Engeland • he's from England3 er komen mensen vanavond • there are/we've got people coming ((a)round) tonight4 kom nergens aan! • don't touch (anything/a thing)!hoe komt het? • how come?, how did that happen?daar komen ongelukken van • that's how you get accidents, that's how accidents happendaar komt niets van in • that's out of the questiondaar zal voorlopig wel niets van komen • nothing will come of that for the time beingkomt er nog wat van? • come on (, do/say sth!)het zal er toch van moeten komen • it's just got to be doneik zie het er nog wel van komen dat … • I can just see …, before you know it …er is niets van gekomen • it came to nothingdat komt ervan als je niet luistert • that's what you get/what happens if you don't listenvan het een komt het ander • one thing leads to anothereerlijk aan iets komen • come by something honestlydaar kom ik straks nog op • I'll get round to that in a moment¶ daar komt nog bij dat … • what's more …, besides …er komt 15 % voor bediening bij • there's 15 % extra/added on for servicedat moest er nog bij komen! • that's all I/we needed!dat komt er niet op aan • it doesn't matternu komt het eropaan om … • now it's a matter/question of …(-ing)kom nou! • don't be silly!, come off it!kom op, we gaan • come on, we're leaving -
35 poot
I 〈 de (mannelijk)〉2 [steunsel voor een voorwerp] leg3 [informeel] [been/voet van een mens] leg4 [informeel] [hand] paw5 [informeel] [handschrift] fist6 [informeel] [handtekening] Bfist, AJohn Hancock7 [afdruk van een poot] paw print8 [neerhaal van een letter] leg9 [informeel] [mannelijke homoseksueel] 〈 niet pejoratief〉 gay ⇒ 〈Brits-Engels; slang; pejoratief〉 poof(ter), 〈Amerikaans-Engels; slang; pejoratief〉 fag(ot), faggot♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 iets op poten zetten • set up/start somethinggeen poot aan de grond krijgen • not be able to get something off the ground/get something going; 〈 bij iemand〉 get nowhere (with someone)〈 figuurlijk〉 zijn poten thuishouden • keep one's paws off someone/somethinggeen poot uitsteken/verzetten • not lift a finger6 zijn poot zetten • put one's fist/John Hancockop zijn poot spelen • stand on one's hind legs, kick up a fuss/roween brief op poten schrijven • write a stiff letterII 〈de〉 -
36 schip
1 [boot] ship ⇒ 〈 voornamelijk voor op zee〉 vessel, 〈 voor binnenvaart〉 barge, 〈 voornamelijk door niet-zeelui gebruikt〉 boat2 [bouwkunst] nave♦voorbeelden:een schip van 30.000 ton • a ship of 30,000 tons〈 figuurlijk〉 het zinkende schip verlaten • leave the sinking ship, cut one's losseseen schip vlot trekken • float a ship〈 figuurlijk〉 in het schip zitten • be in trouble/a mess〈 figuurlijk〉 voor een paar ton het schip in gaan • make a loss of several hundred thousand guildersop een schip varen • be a sailor, serve on a shipper schip • by ship/boat -
37 springen
2 [het lichaam ruksgewijze opheffen] jump3 [met betrekking tot zaken, zich met een ruk verplaatsen] leap, jump5 [uiteengedreven worden, barsten] 〈 ketel, kruitvat〉 burst, explode ⇒ 〈 brug, rots, mijn〉 blast, 〈 ballonnetje〉 pop6 [scheuren krijgen] crack7 [uitsteken] jut out8 [bankroet gaan] break♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 je kunt hoog of laag springen, het moet toch gebeuren • whether you like it or not, it's got to happenhoog/ver/omlaag springen • jump high/far/downop de fiets springen • hop/jump/leap on the bicycleover een sloot springen • leap a ditchmijn paard springt 1.080 m • my horse clears 1.80 m〈 figuurlijk〉 zitten te springen om iets • be bursting/dying for somethingeen snaar/het glas is gesprongen • a string has snapped, the glass has cracked〈 figuurlijk〉 op springen staan • 〈 boos zijn〉 be about to explode; 〈 grote haast hebben〉 be in a terrible rush; 〈 nodig naar de wc moeten〉 be burstingde achterkamer springt iets naar buiten/binnen • the backroom juts out/in(wards) a littlede zaak staat op springen • the company's on the verge of bankruptcy -
38 tafel
1 table♦voorbeelden:de tafels van vermenigvuldiging • the multiplication tablesde hele tafel lag krom • the whole table was roaring with laughterde tafel afruimen/dekken • clear/set the table(in een restaurant) een tafel reserveren/bespreken • reserve a tableaan tafel gaan • sit down to dinneraan tafel zijn/zitten • be at (the) tableaan tafel! • dinner is ready!/served!men sprak er aan tafel over • it was discussed at (the) table/during dinneraltijd lang aan tafel zitten • always sit long over dinnerom de tafel gaan zitten • sit down at the table (and start talking)〈 figuurlijk〉 iets onder de tafel schuiven/vegen • brush/wave something asidehet ontbijt staat op tafel • breakfast is on the table/ready〈 figuurlijk〉 er lagen verschillende voorstellen op tafel • there were several proposals on the table/under discussionik kan het geld niet zonder meer op tafel leggen • I can't cough up the money just nowbij hen kwamen er alle dagen aardappelen op tafel • they had potatoes every day〈 figuurlijk〉 ter tafel liggen • be/lie on the tablevan tafel gaan • leave the tablede tafel van zeven • the seven-times tableeen tafel voor zes personen • a table for six -
39 tand
1 [deel van gebit] tooth2 [in/afdruk van een tand] tooth-mark♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 met lange tanden eten • dawdle over/pick at one's foodeen losse tand • a loose toother breekt een tand door • he/she is cutting a tooth/teethingzijn tanden op iets breken • 〈 figuurlijk〉 ±waste one's energy on somethingeen tand krijgen • cut a tooth, teetheeen tand laten vullen/trekken • have a tooth filled/pulled〈 figuurlijk〉 zijn tanden laten zien • 〈 dreigen〉 show/bare one's teeth; 〈 niet zwijgen〉 put up a fightzijn tanden poetsen • brush one's teethtanden wisselen • get one's big teethzijn tanden in iets zetten • 〈 figuurlijk〉 get one's teeth into something; 〈 letterlijk〉 bite into somethingeen mooie mond met tanden • a fine set of teethmet de tanden knarsen • grind one's teeth〈 figuurlijk〉 op zijn tanden bijten • grin and bear it, bite the bullettussen de tanden fluiten • whistle through one's teeth3 de tanden van een kam/hark/zaag • the teeth of a comb/rake/saw -
40 wind
2 [scheet] wind♦voorbeelden:bestand zijn tegen weer en wind • be wind and weatherproofgeen zuchtje wind • not a breath of wind, dead calmeen bijtende/veranderlijke wind • a biting/gusty windeen felle wind • a fierce windeen harde/krachtige wind • a high/powerful windzwakke/matige wind • light/moderate breezede wind draaide naar het oosten • the wind veered round to the eastde wind draait • the wind is changing/turningde wind gaat liggen • the wind is droppingde wind van voren krijgen • 〈 figuurlijk〉 get lectured at, have the book thrown at onede wind kwam van zee • the wind was blowing onshoremaak niet zo'n wind met die deur • don't make such a draught with that dooriemand de wind uit de zeilen nemen • 〈 figuurlijk〉 steal a march on someone, take the wind out of someone's sailser staat niet veel wind • there's not much (of a) windkijken uit welke hoek de wind waait • see which way the wind blows, play it by earde wind zat in de goede hoek • the wind was from the right quarterwind achter/tegen • tail/head windmet de wind mee • with the windwind tegen hebben • walk/sail against the wind, have a head wind; 〈 figuurlijk〉 sail against the wind/currentmet alle winden (mee)waaien/draaien • trim one's sails (according) to the wind, swim with the tidetegen de wind in • against the wind, into the teeth of the windvan de wind kan je niet leven • you can't live on air/nothing〈 figuurlijk〉 het gaat hem voor de wind • he's doing well/flying higher als de wind vandoor gaan • be off like a shot/(greased) lightning
См. также в других словарях:
Guru — For other uses, see Guru (disambiguation). A guru (Sanskrit: गुरु) is one who is regarded as having great knowledge, wisdom, and authority in a certain area, and who uses it to guide others (teacher). Other forms of manifestation of this… … Wikipedia