-
121 wühlen
wühlen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 woelen, wroeten, graven2 voortwroeten, -ploeteren♦voorbeelden: -
122 zahm
1 tam, mak ⇒ 〈 figuurlijk ook〉 bedaard, volgzaam, gematigd♦voorbeelden: -
123 zerteilen
zerteilen♦voorbeelden:1 uit elkaar gaan, drijven ⇒ zich verspreiden♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 ich könnte mich zerteilen, so viel habe ich zu tun • ik kom handen te kort, zoveel heb ik te doen -
124 zeugen
zeugen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:er zeugte mit ihr zwei Kinder • hij verwekte bij haar twee kinderen -
125 zusammenbrechen
zusammenbrechen♦voorbeelden: -
126 überschäumen
überschäumen♦voorbeelden: -
127 Atem
Atem〈m.; Atems〉2 ademhaling, het ademhalen♦voorbeelden:Atem holen, schöpfen • ademhalenjemandem den Atem verschlagen • (a) iemand de adem afsnijden; 〈 (b) figuurlijk〉 iemand sprakeloos makenaußer Atem geraten, kommen • buiten adem gerakennach Atem ringen • naar adem snakkenein schneller Atem • een snelle ademhalingin einem, im gleichen, im selben Atem • in één adem, zonder tussenpozenjemanden in Atem halten • iemand in spanning houden -
128 Bankrott
Bankrott〈m.; Bankrott(e)s, Bankrotte〉1 bankroet, faillissement2 〈 figuurlijk〉bankroet, failliet, fiasco♦voorbeelden:den Bankrott erklären • het faillissement uitsprekenseinen, den Bankrott erklären • (a) faillissement aanvragen; 〈 (b) figuurlijk〉 zijn totale mislukking toegeven
Страницы
См. также в других словарях:
Guru — For other uses, see Guru (disambiguation). A guru (Sanskrit: गुरु) is one who is regarded as having great knowledge, wisdom, and authority in a certain area, and who uses it to guide others (teacher). Other forms of manifestation of this… … Wikipedia