-
1 bénéfice
bénéfice [beeneefies]〈m.〉1 winst ⇒ opbrengst, profijt2 voordeel ⇒ nut, begunstiging♦voorbeelden:quel bénéfice avez-vous à mentir? • wat heeft u eraan om te liegen?c'est tout bénéfice • er is alleen maar voordeel aan verbondentirer bénéfice de qc. • voordeel uit iets trekken, van iets profiterenmatch à bénéfice • benefietwedstrijdau bénéfice de • ten bate vanêtre élu au bénéfice de l'âge • naar anciënniteit verkozen worden3 accepter une succession sous bénéfice d'inventaire • een erfenis onder voorbehoud van boedelbeschrijving accepterenm1) winst, opbrengst2) voordeel3) (voor)recht [juridisch]4) leengoed -
2 féodalité
féodalité [fee.oddaalietee]〈v.〉
См. также в других словарях:
Raoul van Caenegem — Raoul, Charles, J. van Caenegem, né à Gand le 14 juillet 1927 est un professeur et historien belge d expression néerlandaise. Sommaire 1 Famille 2 Biographie 3 Professeur 4 Recherche … Wikipédia en Français