-
1 familie
♦voorbeelden:hij is van goede familie • il est de bonne familleerg aan zijn familie hangen • avoir l'esprit de famillefamilie worden van • s'apparenter àhet zit in de familie • c'est de famille〈 ironisch〉 van je familie moet je 't maar hebben! • c'est beau la famille!hij is familie van ons • c'est un parent à nous -
2 Familie
fa'miːljəffamille fDas kommt in den besten Familien vor. — Ça arrive même chez les gens bien.
FamilieFamd300b1a0i/d300b1a0lie [fa'mi:l6cbf8257i/6cbf8257ə] <-, -n>famille Feminin; Beispiel: aus guter Familie sein être de bonne famille; Beispiel: eine Familie gründen fonder une familleWendungen: das kommt in den besten Familien vor ça peut arriver à tout le monde -
3 familie
nounfamille f -
4 familie
famille, proches -
5 Familie
famille f -
6 familie van het zevende knoopsgat
familie van het zevende knoopsgatDeens-Russisch woordenboek > familie van het zevende knoopsgat
-
7 familie worden van
familie worden van -
8 het zit in de familie
-
9 bij familie logeren
bij familie logeren -
10 een aanzienlijke familie
een aanzienlijke familie -
11 een stamboom van zijn familie opmaken
een stamboom van zijn familie opmakenDeens-Russisch woordenboek > een stamboom van zijn familie opmaken
-
12 er is enige verdeeldheid in de familie ontstaan
er is enige verdeeldheid in de familie ontstaanDeens-Russisch woordenboek > er is enige verdeeldheid in de familie ontstaan
-
13 erg aan zijn familie hangen
erg aan zijn familie hangen -
14 hij heeft de banden met zijn familie doorgesneden
hij heeft de banden met zijn familie doorgesnedenDeens-Russisch woordenboek > hij heeft de banden met zijn familie doorgesneden
-
15 hij is een schandvlek voor zijn familie
hij is een schandvlek voor zijn familieDeens-Russisch woordenboek > hij is een schandvlek voor zijn familie
-
16 hij is familie van ons
hij is familie van ons -
17 hij is van goede familie
hij is van goede familie -
18 hij loopt altijd te draven voor zijn familie
hij loopt altijd te draven voor zijn familieDeens-Russisch woordenboek > hij loopt altijd te draven voor zijn familie
-
19 in de geest was hij bij zijn familie thuis
in de geest was hij bij zijn familie thuisen pensée, il était à la maison dans sa familleDeens-Russisch woordenboek > in de geest was hij bij zijn familie thuis
-
20 onenigheid zaaien in een familie
onenigheid zaaien in een familieDeens-Russisch woordenboek > onenigheid zaaien in een familie
См. также в других словарях:
Familie — aus Eltern und 3 Kindern Familie Eine Familie (l … Deutsch Wikipedia
familie — FAMÍLIE, familii, s.f. 1. Formă socială de bază, întemeiată prin căsătorie, şi care constă din soţ, soţie şi din descendenţii acestora. ♢ Aer de familie = fizionomie caracteristică, trăsături comune unui grup de persoane înrudite prin sânge. Nume … Dicționar Român
Familie & Co — Familie Co Beschreibung Familienmagazin Verlag Family Media Erscheinungsweise monatlich Auflage (IVW 02/07) … Deutsch Wikipedia
Familie&Co — Beschreibung Familienmagazin Verlag Family Media Erscheinungsweise … Deutsch Wikipedia
Familie — Familie, 1) (Ant. u. Bot.), s. Familia; 2) (Staatsw.), im eigentlichen Sinne die natürliche Genossenschaft, welche zwischen den Ehegatten u. deren Kindern stattfindet, im weiteren Sinne auch die Verbindung, welche zwischen allen Gliedern eines… … Pierer's Universal-Lexikon
Familie — Im engsten Sinne des Wortes die Eltern mit ihren Kindern; im Allgemeinen aber, sämmtliche Blutsverwandte, in so fern Zeit und anderweitige Verzweigungen zwischen denselben die Erinnerung und Kenntniß ihrer Verwandtschaft nicht verlöscht haben.… … Damen Conversations Lexikon
Familie — Sf std. (15. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus l. familia, zu l. famulus m. Diener . Das Wort bedeutet zunächst Hausgenossenschaft (einschließlich der Sklaven), Gesinde und wird dann eingeengt. Adjektiv: familiär. Ebenso nndl. familie, ne. family … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Familie — »Gemeinschaft der Eltern od. eines Elternteiles und mindestens eines Kindes«, gelegentlich auch im weiteren Sinne von »Gruppe der Blutsverwandten; Sippe« gebraucht, meist in Zusammensetzungen wie »Familienname, Familienrat, Familientag« u. a.: Zu … Das Herkunftswörterbuch
Familie — [Basiswortschatz (Rating 1 1500)] Bsp.: • Sie sind eine große Familie. • Die beiden Familien machen drei Wochen Urlaub. • Erzähl mir von deiner Familie, Anita … Deutsch Wörterbuch
Familie — (lat. Familia), eine durch Abstammung oder Geschlechtsgemeinschaft in nähere oder entferntere Verbindung stehende Gruppe von Menschen, Tieren oder Pflanzen, wobei die Zugehörigkeit nicht auf die zurzeit lebenden Glieder beschränkt wird, vielmehr… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Familie — (lat.), die Gemeinschaft der ehelich Verbundenen und der von ihnen Erzeugten, die natürliche Grundform alles gesellschaftlichen Lebens; in der Naturgeschichte jede kleinere Abteilung des natürlichen Systems, in die die in gewissen… … Kleines Konversations-Lexikon