-
1 evengoed
1 [evenzeer] just as2 [met hetzelfde resultaat] just as well♦voorbeelden:3 ik weet van niets, maar word er evengoed wel op aangekeken • I know nothing about it, but I am suspected all the same -
2 evengoed
-
3 evengoed
точно так же; равным образом* * *точно так же, равным образом* * *нареч.общ. равным образом, точно так же -
4 evengoed
genauso gut -
5 evengoed
adj. just as, just like -
6 je kunt dat evengoed zo doen
je kunt dat evengoed zo doen -
7 je kunt dat evengoed zo doen
je kunt dat evengoed zo doenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > je kunt dat evengoed zo doen
-
8 jij bent evengoed schuldig als je broer
jij bent evengoed schuldig als je broerVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > jij bent evengoed schuldig als je broer
-
9 равным образом
adjgener. desgelijks, eveneens, evengoed, evenzeer, insgelijks -
10 точно так же
part.gener. evenals, evengoed, evenzo, net zoals
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Русский
- Французский
