-
1 er war längst außer Reichweite
er war längst außer Reichweitehij was al lang buiten (mijn, ons) bereikWörterbuch Deutsch-Niederländisch > er war längst außer Reichweite
-
2 Zeit
〈v.; Zeit, Zeiten〉♦voorbeelden:eine Zeit lang • een tijdlang, een poos(je)auf längere Zeit verreisen • voor vrij lange tijd op reis gaan(ach) du liebe Zeit! • heremijntijd!, lieve hemel!〈 sport en spel〉 die Zeit abnehmen • de tijd nemen, klokkeneine Zeit festsetzen • een tijdstip vaststellenlass dir Zeit! • neem er de tijd voor!an gewissen Zeiten • op bepaalde tijdenes ist an der Zeit, etwas zu unternehmen • het is tijd iets te ondernemener ist Beamter auf Zeit • hij is ambtenaar in tijdelijke dienstauf lange Zeit • voor (een) lange tijd〈 informeel〉 ich habe genug für alle Zeiten • ik heb voor altijd, voor mijn hele leven genoegin nächster Zeit • binnenkortmit der Zeit gehen • met zijn tijd meegaanmit der Zeit gewöhnt man sich daran • mettertijd raak je eraan gewendzwei Wochen über die Zeit • twee weken over de termijnum diese Zeit sollte er schon schlafen • op dit uur moest hij eigenlijk al slapenum welche Zeit? • hoe laat?das Baby kam vor der Zeit • de baby kwam te vroegvor grauen Zeiten • in het grijze, grauwe verledenzu Zeiten, zur Zeit, zu der Zeit meines Urgroßvaters • in de tijd van mijn overgrootvaderzu aller Zeit, zu allen Zeiten • altijd, te allen tijdezu bestimmten Zeiten • op gezette tijdenzu der Zeit war ich außer Landes • in die tijd was ik in het buitenlandzu gegebener Zeit • te zijner tijdzu jeder Zeit • te allen tijde, altijdzu seiner Zeit • in zijn tijd, toen hij nog leefdezur Zeit Luthers • ten tijde, in de tijd van Lutherzurzeit, 〈 oude spelling〉zur Zeit ist das Wetter schön • op het ogenblik, momenteel is het mooi weerzur rechten Zeit • op het juiste ogenblik〈 spreekwoord〉 wer nicht kommt zur rechten Zeit, der bekommt, was übrig bleibt • wie niet past op zijn tijd, die is zijn maaltijd kwijt -
3 kaum
1 nauwelijks, bijna niet, amper2 nauwelijks, pas, juist♦voorbeelden:es war kaum jemand da • er was bijna niemand -
4 great
adj. groot; belangrijk; groots; uitstekendgreat1[ greet]♦voorbeelden:II 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord voornamelijk meervoud; the〉1 groten ⇒ vooraanstaande/prominente figuren♦voorbeelden:1 great and small • iedereen, uit alle lagen van de bevolkingIII 〈meervoud; Greats〉1 eindexamen (voor Bachelor of Arts) 〈 in Oxford, in het bijzonder in klassieke letteren en wijsbegeerte〉————————great2〈 greatness〉♦voorbeelden:1 a great man • een groot/nobel manI'm the greatest! • ik ben de allergrootste!II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 groot ⇒ belangrijk, vooraanstaand6 groot ⇒ ijverig, enthousiast♦voorbeelden:Greater London • Groot Londena great occasion • een belangrijke gelegenheidthe Great Powers • de grote mogendhedenthe Great Wall of China • de Chinese Muura great loss • een zwaar verliesa great many • heel wat, een heleboelGreat Dane • Deense dogGreat Divide • hoofdwaterscheiding 〈 in het bijzonder Rocky Mountains〉; 〈 figuurlijk〉 grens tussen leven en doodgreat crested grebe • fuut〈 slang〉 go great guns • veel succes hebben, als een trein lopenat great length • uitvoeriggo to great lengths • erg ver gaan, erg zijn best doenhe's a great one for forgetting his diary • hij vergeet altijd maar zijn agendano great shakes • niets bijzonders, niet iets om over naar huis te schrijvenbe in great spirits • opgewekt zijnset great store by/on • grote waarde hechten aanthe greatest thing since sliced bread • iets fantastischgreat tit(mouse) • koolmeesthe Great War • de Eerste Wereldoorlog1 goed ⇒ bedreven, handig♦voorbeelden:————————great3♦voorbeelden: -
5 Reichweite
Reichweite〈v.〉1 reikwijdte ⇒ bereik, draagwijdte2 actieradius ⇒ vlieg-, vaar-, zendbereik♦voorbeelden:1 er war längst außer Reichweite • hij was al lang buiten (mijn, ons) bereik -
6 groß
groß1〈bijvoeglijk naamwoord; größer, (am) größt(en)〉♦voorbeelden:das ist ganz große Mode • dat is de grote mode〈 figuurlijk〉 die Großen der Welt • de grote heren, de grote lui, de groten der aardeunsere Große • onze grootste dochter, oudsteunser Großer, Größter • onze oudste (zoon, jongen)〈 informeel〉 das war ganz groß! • dat was geweldig, fantastisch!im Rechnen ist er groß • wat rekenen betreft is hij een hele pietim Großen betrachtet, gesehen • over het algemeen beschouwd, globaal genomenim Großen (und) Ganzen • over het geheel genomen, in het algemeenim Großen einkaufen • in het groot inkopenim Großen handeln • in het groot handelen, (een) groothandel drijven〈 figuurlijk〉 groß und breit • lang en breed, uitvoerig————————groß2〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 eine groß angelegte Aktion • een groots opgezette, grootscheepse actiejemanden groß anblicken, ansehen • iemand met grote ogen aankijkenwas ist da groß zu sagen? • wat moet je daar nou op zeggen?was ist das schon groß? • wat is daar nou aan?
См. также в других словарях:
Lang — Lang, länger, längste, adj. et adv. welches überhaupt ein Ausdruck der größten Ausdehnung an einem Körper ist, im Gegensatze derjenigen, von welchen die Wörter breit und dick gebraucht werden. Es ist in doppelter Hauptbedeutung üblich.… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Lang Labor — was the name commonly used to describe two successive break away sections of the Australian Labor Party, both led by the New South Wales Labor leader Jack Lang.In 1931 Lang, as Premier of New South Wales, announced a policy of foreign debt… … Wikipedia
Lang — 1. Dat ist lank un smärig, sä de Kêrl, do stohl he Seilgoarn un Bregenwurst1. – Kern, 215. 1) Wurst aus dem Gehirn des Schweins. 2. Diet lange heft, laet lang hangen. – Schottel, 1130b. 3. Es ist nichts so lang und breit, man kann davon das End… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Lang Son Campaign — The Lang Son Campaign (3 to 13 February 1885) was a major French offensive in Tonkin (northern Vietnam) during the Sino French War (August 1884–April 1885). The Tonkin Expeditionary Corps, under the command of General Louis Brière de l Isle,… … Wikipedia
lang — lạng1, länger, längst ; Adj; 1 so, dass es eine bestimmte Ausdehnung von einem Ende bis zum anderen hat (die meist größer ist als die der anderen Seiten) ↔ breit: Das Zimmer hat eine Fläche von 20 Quadratmetern es ist 5 Meter lang und 4 Meter… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
Lang, Fritz — (1890 1976) director; deemed the most ingenious filmmaker of the Weimar era. Born in Vienna, he studied architecture at the city s Tech nische Hochschule. But an interest in art led him to the Kunstakademie and then to Munich s… … Historical dictionary of Weimar Republik
Lang (Steiermark) — Lang … Deutsch Wikipedia
Lang Lang — bei einem Konzert im März 2008 Chartplatzierungen Erklärung der Daten Alben[4] … Deutsch Wikipedia
Lang Jeffries — (eigentlich William Loppin, * 7. Juni 1930 in Ontario, Kanada; † 12. Februar 1987 in Huntington Beach, Kalifornien) war ein kanadischer Schauspieler. Inhaltsverzeichnis 1 Leben 2 Filmografie (Auswahl) … Deutsch Wikipedia
Lang Lang (Victoria) — Lang Lang Luftaufnahme von Lang Lang Staat … Deutsch Wikipedia
Lang Lang (Australien) — Lang Lang ist ein Ort (ca. 1000 Einwohner) im australischen Bundesstaat Victoria. Er liegt 85 km südöstlich von Melbourne im Shire of Cardinia. Der Ort war nach der Besiedlung Australiens einer der typischen Zwischenstationen für die Durchreise… … Deutsch Wikipedia