-
1 досадный
ergerlijk, verdrietig, onaangenaam, betreurenswaardig -
2 exasperating
-
3 invidious
adj. aanstootgevend; ergerlijk; hatelijk; beledigend[ inviddiəs] 〈 invidiousness〉 -
4 irksome
-
5 vexatious
-
6 agaçant
agaçant [aagaasã]♦voorbeelden:1 c'est agaçant! • dat is om uit je vel te springen!adjergerlijk, irritant -
7 contrariant
contrariant [kõtraarjã]1 tegendraads ⇒ tegenstribbelend, in de contramine, dwars(drijvend)2 ergerlijk ⇒ hinderlijk, vervelend♦voorbeelden:1 avoir l'esprit contrariant, l'humeur contrariante • altijd dwarsliggen, moeilijk doenil n'est pas contrariant • hij maakt nooit moeilijkhedenadj1) tegendraads2) ergerlijk, vervelend -
8 déplaisant
déplaisant [deeplezzã]1 onsympathiek ⇒ antipathiek, onaangenaam2 ergerlijk ⇒ hinderlijk, naaradj1) onsympathiek, onaangenaam2) ergerlijk, naar -
9 exaspérant
exaspérant [egzaaspeerã]♦voorbeelden:adjergerlijk, irritant -
10 возмутительный
schandelijk, ergerlijk -
11 возмутительный
adjgener. stuitend, stotend, ergerlijk, godgeklaagd, hemeltergenda, odieus, schromelijk -
12 aggravating
adj. irriterend, ergerend; slechter gemaakt, verslechterd[ ægrəveeting] -
13 annoying
-
14 blatant
adj. scherp; bijtend[ bleetnt] 〈zelfstandig naamwoord: blatancy〉2 overduidelijk ⇒ opvallend, flagrant♦voorbeelden: -
15 bothersome
-
16 maddening waste of time
-
17 maddening
adj. gek makend; erg vervelend[ mædning]♦voorbeelden: -
18 nettlesome
-
19 scandalous
-
20 tetchy
Страницы
- 1
- 2