-
1 zitten
1 [gezeten zijn] sit2 [zich met een doel ergens bevinden] sit3 [een functie bekleden] be4 [geruime tijd ergens vertoeven; verblijven] be5 [wonen] live6 [zich bevinden in de genoemde toestand] be7 [met betrekking tot een volharden in, gelaten worden op een plaats, in een toestand] 〈 zie voorbeelden〉8 [met betrekking tot zaken, zich bevinden, bevestigd zijn] be9 [met betrekking tot kleding] fit10 [gevuld, bedekt zijn met] be12 [met onbepaalde wijs] [bezig zijn met] be (… -ing), sit (… -ing)♦voorbeelden:1 blijf zitten • stay sitting (down), remain seatedgaan zitten • sit down, take a seat〈 figuurlijk〉 er eens voor gaan zitten • 〈 ter hand nemen〉 get (right) down to something/business; 〈 omstandig gaan vertellen〉 launch into one's storyzit je goed/lekker? • are you comfortable?aan de koffie zitten • be having coffeebij welke groep zit jij? • which group are you in?Jones zit in een vergadering • Jones is at a meeting3 in het bestuur zitten • be/serve on the boardop een kantoor zitten • be/work in an officewaar zit hij toch? • where can he be?nog in de kleine kinderen zitten • still have young children (on one's hands)hij zit in de amusementswereld/olie-industrie • he is in entertainment/oilwij zitten nog midden in de examens • we are still in the middle of the examsmet een gebroken been zitten • have a broken legop zware lasten zitten • have heavy expenseszonder werk/benzine zitten • be out of work/petrol(bijna) zonder geld zitten • have run short of moneyhij zit erover in dat hij zijn auto moet verkopen • he's upset about having to sell his car7 〈 figuurlijk〉 die weduwe bleef met twee kinderen zitten • that widow was left with two children (on her hands)op school blijven zitten • stay down a classer is iets tussen mijn tanden blijven zitten • something has (got) stuck between my teeth〈 figuurlijk〉 hij liet het er niet bij zitten • 〈 niet over zijn kant laten gaan〉 he didn't take it lying down; 〈 erover blijven zeuren〉 he wouldn't leave it alonedaar zitten we dan! • now we're in a messmet een probleem zitten • have a problemhoe zit het (dan) met …? • what about … (then)?het blijft niet zitten • it won't stay putlaat maar zitten • keep the changedat zit • that will holdhoe zit dat in elkaar? • how does it (all) fit together?; 〈 figuurlijk ook〉 how does that work?〈 figuurlijk〉 hem hebben zitten • 〈 uit zijn humeur zijn〉 be in a bad mood; 〈 dronken zijn〉 have had (a drop) too much〈 figuurlijk〉 daar zit het 'm in • that makes all the difference; 〈 daar gaat het juist om〉 that's the whole point〈 figuurlijk〉 er zit iets achter • 〈 ook〉 there's more to it (than meets the eye); 〈 verborgen moeilijkheid〉 there must be a catch to it〈 figuurlijk〉 er zat niets anders op dan toe te geven • there was nothing (else) for it but to give in〈 figuurlijk〉 wat zit er anders op? • what else is there to do?het zit los/scheef • it is loose/crooked〈 figuurlijk〉 alles zit hem mee/tegen • everything is going his way/against himzit het goed vast? • is it well secured?〈 figuurlijk〉 waar zit het hem in? • 〈 wat is de moeilijkheid〉 what's the problem?; 〈 oorzaak〉 what caused/what's causing it?in sla zit vitamine C • lettuce contains vitamin Cer zit onweer in de lucht • a thunderstorm is brewingheb jij geld in zijn zaak zitten? • have you got money in his business?er zit een vlek op je jurk • there is a stain on your dress〈 figuurlijk〉 〈 met een gebaar naar de keel〉 het zit me tot hier • I'm fed up (to the back teeth) with it〈 figuurlijk〉 hoe zit dat? gaan we of blijven we thuis? • what about it now? are we going or are we staying at home?die roman/film zit uitstekend in elkaar • that novel/film is beautifully constructed〈 figuurlijk〉 weet jij, hoe de zaak precies in elkaar zit? • do you know all the ins and outs of the matter?ergens vol mee zitten • be full of somethingonder de modder/luizen/schulden zitten • be covered with mud/lice, be (up to one's ears) in debt12 we zitten te eten • we are having dinner/lunchze zit daar maar te piekeren • she just sits there broodinghij zit te springen om naar huis te gaan • he can't wait to go homein zijn eentje zitten zingen/drinken • sit singing to oneself, be a lone drinkerzitten te zitten • hang/sit aroundhet zit er aan te komen • it's on its wayop tekenles zitten • be taking drawing lessonsop water en brood zitten • be (kept) on bread and waterwegens diefstal zitten • do time for thefthij zit overal aan • he cannot leave anything aloneachter de meisjes aan zitten • chase ((around) after) girlsdaar zit een vrouw achter • there is a woman involvedde zomer zit er weer op • the summer's over againmijn taak zit er weer op • that's my job out of the wayhet zit erop • that's that (done)wie heeft er aan mijn recorder gezeten? • who has been at/ 〈 ernstiger〉tampering with my cassette-player?〈 figuurlijk〉 achter iemand/iets aan zitten • pursue someone/something; 〈 proberen relatie aan te knopen〉 be after someone; 〈 volgen〉 follow someoneer zit een actrice in haar • she has the makings of an actress (in her)ze zit goed in de kleren • she is well off for clothesdeze auto zit al gauw op 120 km • this car does 120 km fairly easily -
2 woord
1 word♦voorbeelden:1 in woord en beeld • in pictures and text, with an illustrated description (of)een woord van dank • a word of thanksop mijn woord van eer • on my word of honourmet andere woorden • in other wordsgevleugelde woorden • winged/famous wordsgeen goed woord voor iets over hebben • not have a good word to say about somethingzij heeft maar een half woord nodig • she can take a hint〈 figuurlijk〉 het hoge woord moest eruit • the truth had to be told/come out, he 〈enz.〉 had to come out with ithij moet altijd het laatste woord hebben • he always has to have the last worddaarover is het laatste woord nog niet gesproken • 〈 daar horen we nog meer over〉 we haven't heard the last of that; 〈 dat is nog niet beslist〉 I haven't had my final say in the matterhet verlossende woord spreken • save the situation (by saying something)vieze woorden • dirty words, four-letter wordsiemand aan zijn woord houden • keep/hold someone to his word/promisehet woord doen • do the talkinghet woord geven aan • hand/give the floor over tozijn woord geven • give one's wordiemand de woorden uit de mond halen • take the words right out of someone's mouthzijn woord houden • keep/be as good as one's wordhet woord is aan u/u hebt het woord • the floor is yours/you have the flooriemand de woorden in de mond leggen • put words into someone's mouthhet woord tot iemand richten • address/speak to someoneiemands woorden verdraaien • twist someone's wordshet woord voeren • speak, be/act as spokesperson/spokesmanlaten we er geen woorden meer aan vuilmaken • we'll say no more about itniet veel/geen woorden aan/over iets vuilmaken • not waste words/one's breath on somethingzijn woorden (op een goudschaaltje) wegen • weigh/choose one's words (carefully)iemand aan het woord laten • allow someone to/let someone finish (speaking/talking)niet in woorden uit te drukken • beyond words, defying descriptionin woord en geschrift • in speech and in writing/printmet geen woord over iets reppen • not say/breathe a word about somethingmet/in één woord • in a word, in sum/shortiets onder woorden brengen • put something into wordsik geloof u op uw woord • I take you at your word/your word for itop zijn woorden letten • be careful about what one saysiemand te woord staan • speak to/see someoneniet uit zijn woorden kunnen komen • not be able to express oneself, fumble for wordsiets woord voor woord navertellen • repeat something word for word/verbatimergens geen woorden voor hebben • have no words for somethingdat is geen woord te veel gezegd • that's putting it/things mildlyer geen woord tussen kunnen krijgen • not be able to get a word in (edgeways)met twee woorden spreken • ±be politeze heeft het niet met zoveel woorden gezegd, maar … • she didn't say it in so many words, but …woorden schieten te kort om … • words are not adequate to …; 〈 ook〉 words fail me! -
3 helpen
4 [zijn dienst verlenen] help (out)5 [behulpzaam, werkzaam zijn tot verbetering] help6 [baten] help8 [castreren, steriliseren] fix♦voorbeelden:1 kun je mij aan honderd gulden helpen? • can you let me have a hundred guilders?help! help! • help! help!2 welke specialist heeft u geholpen? • which specialist did you see/have?3 iemand een handje helpen • give/lend someone a handiemand iets helpen dragen • help someone (to) carry somethingik help het je hopen • I'll keep my fingers crossed for youals ik jullie kan helpen … • if I can help/be of assistance to you, …help me eraan denken, wil je? • remind me, will you?ze helpt me uitstekend • she's a great help to mehelpen bij een operatie • assist at an operationiemand uit/in zijn jas helpen • help someone out of/into his coatik zal hem er wel door helpen • I'll see him through itiemand ergens vanaf helpen • help someone get rid of somethingiemand aan een baan helpen • get someone fixed up with a jobiemand aan iets helpen • help someone get somethingiemand op weg/op dreef helpen • help someone get going/startediemand weer op de been helpen, iemand er weer bovenop helpen • put/set someone back on his feet againiemand/een dier uit zijn lijden helpen • put someone/an animal out of his/its miseryik kan het niet helpen, maar ik vind het verkeerd • I can't help feeling it's wrongkan ik 't helpen dat hij zich zo gedraagt? • 〈 ook〉 is it my fault if he behaves like that?wat helpt het? • what good would it do?, what's the use?die vitaminen hielpen echt • those vitamins really did the trickprotesteren zal heus niet helpen • protesting won't do any gooddat helpt tegen hoofdpijn • that's good for a headache7 kan ik u helpen? • can I help you?wordt u al geholpen? • are you being served?8 wij hebben onze kat laten helpen • we have had our cat neutered/fixed -
4 bal
I 〈de〉1 [sport] ball2 [tot een ronde bol gevormde massa] ball3 [gulden] ±quid♦voorbeelden:een balletje trappen • kick a ball (about)op de bal spelen, niet op de man • play the ball, not the man〈 spreekwoord〉 wie kaatst, moet de bal verwachten • if you make a jest, you must take a jesteen balletje slaan • hit a ball4 het is zo koud dat je ballen eraf vriezen • it's cold enough to freeze the balls off a brass monkey6 een rechtse bal • a conservative/right-wing snobhet zijn (echte) ballen • they think they're really somethingde ballen van iets begrijpen • not understand a damn thing about somethinggeen bal uitvoeren • not do a (bloody) stroke (of work)geen bal van iets snappen/weten • not understand/know a damn thing about somethinghet kan me geen bal schelen • I couldn't care less〈 informeel〉 de ballen! • cheers!II 〈 het〉♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Hand — 1. Alle Händ voll to dohne, seggt de ol Zahlmann1, on heft man êne. (Insterburg.) – Frischbier2, 1469. 1) Der Name eines Feldwächters in Insterburg. 2. Alten Händen hilft kein Nagelschminken. – Laus. Magazin, XXX, 251. Russisch Altmann V, 85. 3.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Tag — 1. Alen Doach hîsch, äs mäkest hîsch; un Sangtich hîsch, dâd äs hîsch. (Siebenbürg. sächs.) – Schuster, 368. 2. All Dag is ken Joarmarkt. (Strelitz.) 3. All Dage is kîn Sonndag (kîn Karkmess, sün kîn Fangeldage). (Oldenburg.) 4. All Doag wat Nîgs … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Op zoek naar Mary Poppins — Format Talent competition Starring Frits Sissing (Host) Pia Douwes (Judge) Erwin van Lambaart (Judge) Thom Hoffman (Judge) Country of origin Netherlan … Wikipedia
Schuh — Der Schuh hatte früher eine große Bedeutung in der Brautwerbung (vgl. ›Aschenputtel‹; ›Thidrekssaga‹, Kapitel 61; ›König Rother‹): damit in Verbindung steht wohl noch die schwäbische Sitte des Schuhweintrinkens, bei der am Hochzeitstag die… … Das Wörterbuch der Idiome