-
81 een geheel eigen stijl ontwikkelen
een geheel eigen stijl ontwikkelenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een geheel eigen stijl ontwikkelen
-
82 een heel eigen aanpak
een heel eigen aanpakhis/her 〈enz.〉 own personal approachVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een heel eigen aanpak
-
83 een heel eigen geluid
een heel eigen geluidVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een heel eigen geluid
-
84 een heel eigen vormgeving
een heel eigen vormgevinga very personal/individual styleVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een heel eigen vormgeving
-
85 een huis met een heel eigen sfeer
een huis met een heel eigen sfeerVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een huis met een heel eigen sfeer
-
86 een/geen eigen wil hebben
een/geen eigen wil hebbenhave a/no mind of one's ownVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een/geen eigen wil hebben
-
87 er een eigen mening op na houden
er een eigen mening op na houdenhave an opinion/a view of one's ownVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > er een eigen mening op na houden
-
88 geheel door eigen inzet
geheel door eigen inzetVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > geheel door eigen inzet
-
89 gemeenschapsgelden ten eigen bate aanwenden
gemeenschapsgelden ten eigen bate aanwendenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gemeenschapsgelden ten eigen bate aanwenden
-
90 groenten in eigen nat gaarkoken
groenten in eigen nat gaarkokenboil vegetables in their own water/liquidVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > groenten in eigen nat gaarkoken
-
91 groenten van eigen gewas
groenten van eigen gewasVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > groenten van eigen gewas
-
92 het geleerde vertalen naar de eigen praktijksituatie
het geleerde vertalen naar de eigen praktijksituatieVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het geleerde vertalen naar de eigen praktijksituatie
-
93 het is in je eigen belang
het is in je eigen belangVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het is in je eigen belang
-
94 het is mijn eigen schuld
het is mijn eigen schuldVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het is mijn eigen schuld
-
95 het ongeluk is grotendeels zijn eigen schuld
het ongeluk is grotendeels zijn eigen schuldVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het ongeluk is grotendeels zijn eigen schuld
-
96 het recht in eigen handen nemen
het recht in eigen handen nemenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het recht in eigen handen nemen
-
97 het verder optreden staat aan uw eigen discretie
het verder optreden staat aan uw eigen discretieVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het verder optreden staat aan uw eigen discretie
-
98 het waren haar eigen woorden
het waren haar eigen woordenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het waren haar eigen woorden
-
99 het was haar eigen wil
het was haar eigen wilVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het was haar eigen wil
-
100 het zal je eigen kind maar wezen!
het zal je eigen kind maar wezen!imagine it was your own kid!Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het zal je eigen kind maar wezen!
См. также в других словарях:
eigen — eigen … Deutsch Wörterbuch
Eigen — Eigen, adj. et adv. welches überhaupt den Besitz einer Sache, mit Ausschließung eines jeden andern Besitzers andeutet. 1. Eigentlich. 1) Von Theilen unsers Körpers, ingleichen, von allem, was von einem Wesen herkommt, und von demselben gewirket… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
eigen — sein: besonders penibel sein, für jemanden charakteristisch (mittelhochdeutsch eigen = unfrei). Die Wendung ist auch in der Bedeutung von ›eigenwillig‹, ›merkwürdig‹ und ›sonderbar‹ geläufig (vgl. Eigenheit).{{ppd}} Etwas sein eigen nennen,… … Das Wörterbuch der Idiome
eigen — eigen: Das altgerm. Adjektiv mhd. eigen, ahd. eigan, niederl. eigen, aengl. āgen (engl. own), schwed. egen ist das früh verselbstständigte 2. Part. eines im Dt. untergegangenen gemeingerm. Verbs mit der Bed. »haben, besitzen« (vgl. z. B. ahd.… … Das Herkunftswörterbuch
Eigen — eigen: Das altgerm. Adjektiv mhd. eigen, ahd. eigan, niederl. eigen, aengl. āgen (engl. own), schwed. egen ist das früh verselbstständigte 2. Part. eines im Dt. untergegangenen gemeingerm. Verbs mit der Bed. »haben, besitzen« (vgl. z. B. ahd.… … Das Herkunftswörterbuch
Eigen-ji — Information Dénomination: Temple Rinzai Branche: Eigen ji Fondé en … Wikipédia en Français
Eigen — Saltar a navegación, búsqueda Eigen puede referirse a: Eigenvector, vectores no nulos que, transformados por el operador, dan lugar a un múltiplo escalar de sí mismos, con lo que no cambian su dirección. Manfred Eigen, científico alemán. Obtenido … Wikipedia Español
eigen — AdjPP std. (8. Jh.), mhd. eigen, ahd. eigan, as. ēgan Stammwort. Germanisches Partizip Präteritum zu dem Prät. Präs. g. * aih besitzt in gt. aih, anord. á, ae. āh, afr. āch, as. ēgun Pl., ahd. eigun Pl.; das Partizip auch in anord. eiginn, ae.… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
eigen — Adj. (Grundstufe) zu einer bestimmten Person gehörend Beispiele: Er hat eine eigene Firma. Ich weiß das aus eigener Erfahrung. eigen Adj. (Aufbaustufe) für eine Person charakteristisch, typisch Synonyme: bezeichnend, eigentümlich, kennzeichnend,… … Extremes Deutsch
Eigen — Eigen, 1) so v.w. Eigenthum, bes. Güter, welche kein Lehen sind, s. Allod; 2) was die Frau außer der Mitgift zum Ehemanne gebracht hat. s. Receptilien … Pierer's Universal-Lexikon
Eigen — Manfred … Scientists