-
1 (iemand) een straf kwijtschelden
(iemand) een straf kwijtscheldenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > (iemand) een straf kwijtschelden
-
2 iemand een straf kwijtschelden
iemand een straf kwijtscheldenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand een straf kwijtschelden
-
3 kwijtschelden
2 [met betrekking tot straf] let off3 [met betrekking tot plicht] excuse (from)♦voorbeelden:iemand zijn zonden kwijtschelden • forgive someone his sinsiemand een straf kwijtschelden • let someone off a punishment3 dat deel van die taak zal ik je maar kwijtschelden • I'll excuse you from that (particular) part of the task -
4 straf
straf1〈de〉♦voorbeelden:een zware/lichte straf • a heavy/light punishmentiemand zijn gerechte straf doen ondergaan • bring someone to justicede straf die gesteld is op deze overtreding • the penalty for this offencestraf krijgen • be punished(iemand) een straf kwijtschelden • pardon (someone)een straf ondergaan • pay the penaltyzijn straf ontlopen • get off scot-freeeen straf opleggen • inflict a punishmentstraf uitdelen • discipline (the children/pupils)een straf van tien jaar uitzitten • serve a ten-year sentenceop straffe des doods • under penalty of deathop straffe van een (geld)boete • under penalty of a fineop straffe van gevangenneming • on pain of detentionvoor straf • for punishment————————straf23 [krachtig] stiff♦voorbeelden:straffe taal • hard words
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Французский