-
1 générosité
générosité [zĵeeneeroozietee]〈v.〉2 vrijgevigheid ⇒ gulheid, mildheid4 giftf1) edelmoedigheid, grootmoedigheid2) vrijgevigheid, gulheid3) volheid [wijn]4) gift -
2 magnificence
-
3 rivaliser
rivaliser (de) [rievaaliezee]〈 werkwoord〉1 wedijveren (in) ⇒ mededingen, concurreren♦voorbeelden:rivaliser de générosité • proberen elkaar te overtreffen in edelmoedigheidv(de) wedijveren (in) -
4 magnanimité
-
5 rivaliser de générosité
rivaliser de générosité
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский