-
1 imperious
adj. aanmatigend; dwingend -
2 coercive
-
3 commanding
-
4 compulsive
adj. dwangmatig--------n. (een) dwangmatig(e roker)[ kəmpulsiv] 〈 compulsiveness〉1 dwingend ⇒ gedwongen, verplicht2 〈 psychologie〉 dwangmatig ⇒ uit een dwangneurose voortkomend, dwang-; 〈 figuurlijk〉 onweerstaanbaar♦voorbeelden: -
5 compulsory
adj. gedwongen; verplicht[ kəmpulsrie] 〈 compulsorily〉2 dwingend ⇒ onontkoombaar, noodzakelijk♦voorbeelden:compulsory military service • dienstplicht2 compulsory purchase • dwingende koop, onteigening -
6 imperative
adj. noodzakelijk; verplicht; gebiedend--------n. gebiedende wijs (grammatica); verplicht; verplichtingimperative1[ imperrətiv] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 bevel————————imperative2 -
7 peremptory
adj. geen tegenspraak duldend; gebiedend; afdoend; beslissend1 gebiedend ⇒ bevelend, geen tegenspraak duldend♦voorbeelden: -
8 stringent
-
9 imperiously
adv. aanmatigend; dwingend
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский