-
1 прозрачный
doorschijnend, doorzichtig -
2 открытый
-
3 прозрачный
adj1) gener. inzichtelijk, lucide, glashelder, doorzichtig, helder (о воде), doorschijnend, glazig, transparent2) anat. transparant -
4 явный
adj1) gener. inzichtelijk, kras, openbaar, uitgesproken, blijkbaar, evident, flagrant, geprononceerd, kennelijk, klaarblijkelijk, merkbaar, openbare, zichtbaar, zonneklaar2) liter. doorzichtig -
5 ясный
Перевод: с русского на нидерландский
с нидерландского на русский- С нидерландского на:
- Русский
- С русского на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский