-
1 doorbijten
-
2 doorbijten
1 [met kracht bijten] bite (hard)2 [voortgaan met bijten] keep biting ⇒ continue biting/to bite, 〈 figuurlijk〉 keep trying, 〈 figuurlijk〉 keep at it♦voorbeelden:2 even doorbijten! • just grin and bear it!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [stukmaken, verdelen] bite through -
3 doorbijten
прокусывать; перекусывать; раскусывать; разъедать; прокусить, перекусить; выдержать, добиться своего* * *гл.общ. прокусывать, разъедать, раскусывать, перекусывать -
4 doorbijten
persistíDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > doorbijten
-
5 doorbijten
v. bite through -
6 doorbijten
perséverer, persister -
7 doorbijten
persistí -
8 zich ergens doorbijten
zich ergens doorbijtenpersévérer dans qc. -
9 even doorbijten!
even doorbijten!just grin and bear it!Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > even doorbijten!
-
10 zich doorbijten
гл.общ. пробиваться (в жизни) -
11 biting down
doorbijten -
12 bitten down
doorbijten -
13 stand the gaff
doorbijten, veel verduren, de vuurproef doorstaan -
14 persistí
doorbijten [v], doorzetten [v], voet bij stuk houden [v], volharden [v], volhouden [v]Dicionário Português-Holandês e Holandês-Português > persistí
-
15 persistí
doorbijten [v], doorzetten [v], voet bij stuk houden [v], volharden [v], volhouden [v] -
16 перекусывать
vgener. doorbijten -
17 пробиваться
v -
18 прокусывать
vgener. doorbijten -
19 разъедать
vgener. aantasten (металл), aanvreten (о кислоте, газе и т.п.), afvreten (о ржавчине), doorbijten, invreten, opvreten, vreten (о кислоте), bijten, opeten, uitbijten, uitvreten -
20 раскусывать
vgener. doorbijten
- 1
- 2