-
1 dienstbetrekking
1 [verhouding] employer-employee relationship, master-servant relationship2 [functie] employment♦voorbeelden:Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dienstbetrekking
-
2 dienstbetrekking
n. employment, work, occupation -
3 dienstbetrekking
• employment• service -
4 bij beëindiging van de dienstbetrekking
bij beëindiging van de dienstbetrekkingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bij beëindiging van de dienstbetrekking
-
5 een onvolledige dienstbetrekking
een onvolledige dienstbetrekkingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een onvolledige dienstbetrekking
-
6 onvolledig
-
7 proeftijd
1 [voorlopige dienstbetrekking] probation ⇒ probationary/trial period2 [juridisch] probation♦voorbeelden:iemand aannemen met een proeftijd van een half jaar • appoint someone on six months' probation2 voorwaardelijk veroordeeld met een proeftijd van twee jaar • a suspended sentence with two years' probation
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский