-
41 in dienst bij de overheid
in dienst bij de overheidin government service/in the civil serviceVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in dienst bij de overheid
-
42 in dienst nemen
in dienst nementake on, engageVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in dienst nemen
-
43 in dienst van een bedrijf
in dienst van een bedrijfVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in dienst van een bedrijf
-
44 in dienst van het vaderland
in dienst van het vaderlandVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in dienst van het vaderland
-
45 in dienst zijn bij iemand
in dienst zijn bij iemandVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in dienst zijn bij iemand
-
46 in dienst zijn
in dienst zijn -
47 in effectieve dienst
in effectieve dienstVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in effectieve dienst
-
48 in militaire dienst gaan
in militaire dienst gaando one's military service, join the ArmyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in militaire dienst gaan
-
49 in vaste/tijdelijke dienst zijn
in vaste/tijdelijke dienst zijnhold a permanent/temporary appointmentVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in vaste/tijdelijke dienst zijn
-
50 in werkelijke dienst
in werkelijke dienston active service/dutyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in werkelijke dienst
-
51 je kunt me een dienst bewijzen
je kunt me een dienst bewijzenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > je kunt me een dienst bewijzen
-
52 kan ik u van dienst zijn?
kan ik u van dienst zijn?can I help you?; 〈 in winkel ook〉 are you being served?Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > kan ik u van dienst zijn?
-
53 landbouw in dienst van de veeteelt
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > landbouw in dienst van de veeteelt
-
54 ontslag uit een inrichting/militaire dienst
ontslag uit een inrichting/militaire dienstdischarge from an institution/from serviceVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ontslag uit een inrichting/militaire dienst
-
55 opgeroepen voor militaire dienst
opgeroepen voor militaire dienstconscripted/drafted into military serviceVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > opgeroepen voor militaire dienst
-
56 planologische dienst
planologische dienstVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > planologische dienst
-
57 staat van dienst
staat van dienstVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > staat van dienst
-
58 tot uw dienst
tot uw dienst -
59 uit (de militaire) dienst ontslaan
uit (de militaire) dienst ontslaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > uit (de militaire) dienst ontslaan
-
60 uit militaire dienst ontslagen worden
uit militaire dienst ontslagen wordenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > uit militaire dienst ontslagen worden
См. также в других словарях:
Dienst — der; (e)s, e; 1 nur Sg; die berufliche Arbeit, besonders als Beamter, Soldat, Arzt, Krankenschwester o.Ä. <den / zum Dienst antreten; im / außer Dienst sein; Dienst haben, machen, tun; sich zum Dienst melden; einen Dienst ausüben, verrichten,… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
Dienst — steht für: eine Leistung für andere Personen, siehe Dienstleistung die Berufstätigkeit von Amtspersonen, siehe öffentlicher Dienst im kirchlichen Sinne: dem Menschen etwas Gutes tun; siehe Diakonie Dienst (Architektur), in der Gotik eine dünne… … Deutsch Wikipedia
Dienst — der; [e]s, e; auch zu Diensten stehen; etwas in Dienst stellen (in Betrieb nehmen); außer Dienst (Abkürzung a. D.); der D✓diensthabende oder Dienst habende Beamte; die D✓diensttuende oder Dienst tuende Ärztin; D✓dienstleistende oder Dienst leist … Die deutsche Rechtschreibung
Dienst- — im Subst, betont, begrenzt produktiv; 1 für berufliche Zwecke, im ↑Dienst (1) gebraucht; das Dienstabteil <im Zug>, die Dienstmütze, das Dienstsiegel, der Dienststempel, das Diensttelefon 2 aus beruflichen Gründen; die Dienstfahrt, der… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
Dienst — Sm std. (8. Jh.), mhd. dien(e)st m./n., ahd. dionōst, as. thionost Stammwort. Aus g. * þewanōsta m. Dienst , auch in anord. þjónasta, þjónusta f., ae. þēonest , mit st Suffix zu dienen. ✎ RGA 5 (1984), 410 417; LM 3 (1986), 1003f.; Röhrich 1… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Dienst — Porté en Alsace et en Allemagne, le nom devrait correspondre au moyen haut allemand dienest (= serviteur, équivalent de Diener). Le terme est à rapprocher du mot Dienst (= service, ministère, corvée) … Noms de famille
Dienst — [Basiswortschatz (Rating 1 1500)] Auch: • Service • Gottesdienst Bsp.: • Er steht im Dienst (bei) der Königin. • Ich denke sie haben einen Fahrkartenservice. • Jede Woche wird ein AIDS Gedenkgottesdienst abgehalten … Deutsch Wörterbuch
Dienst — Dienst, 1) im Allgemeinen jede Thätigkeit, welcher sich Jemand zum Nutzen eines anderen unterzieht; 2) im nationalökonomischen Sinne die durch Arbeit (mechanische od. geistige Thätigkeit) dargestellte Leistung, wofür eine Gegenleistung (meist… … Pierer's Universal-Lexikon
Dienst — Dienst, ein abgerundeter u. mit Fuß u. Capitäl versehener Winkelpfeiler, s.d … Pierer's Universal-Lexikon
Dienst — Dienst, die Ausübung aller dem Soldaten obliegenden Verrichtungen. Den innern D. regeln die Vorschriften über Urlaub, Krankheit, Gesuche und Beschwerden, Meldungen, Ehrenbezeigungen, Verheiratung, Todesfälle, Anzug, Schriftverkehr und… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
-dienst — der; im Subst, begrenzt produktiv; eine Organisation oder Gruppe mit bestimmten Aufgaben; Bereitschaftsdienst, Einsatzdienst, Ermittlungsdienst, (Katastrophen)Hilfsdienst, Nachrichtendienst, Ordnungsdienst, Rettungsdienst, Sanitätsdienst,… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache