-
1 deelstaat
-
2 deelstaat
-
3 deelstaat
-
4 deelstaat
I.de [van Duitsland of Oostenrijk]Bundesland nII.de [van Duitsland of Oostenrijk]Land n [Bundesland] -
5 deelstaat
n. federal state -
6 Land
〈o.; Landes, Länder〉4 land, (aard)bodem ⇒ veld, grond6 〈meervoud Lande; verouderd; formeel〉(land)streek, gewest♦voorbeelden:das Gelobte Land • het Beloofde Landsich außer Landes befinden • in het buitenland vertoeven, zijnwieder im Lande sein • weer terug zijndort zu Lande • (daar) in dat landhier zu Lande • hier te lande, hier bij ons〈 spreekwoord〉 bleibe im Lande und nähre dich redlich • oost west, thuis bestdas ist Sache der Länder • dat ligt bij de deelstaten〈 figuurlijk〉 wen hast du dir an Land gezogen? • wie heb jij ingepalmd, op sleeptouw genomen?〈 figuurlijk〉 etwas an Land ziehen • iets inpikken, inpalmenzu Lande • te landdas freie Land • het open land(schap)das weite Land • het uitgestrekte land(schap)5 aufs Land ziehen • naar het platteland verhuizen, buiten gaan wonenüber Land fahren • door, over de dorpen rijden -
7 Landesbehörde
-
8 штат
personeel ; staat, deelstaat -
9 государство в составе федерации
ngener. deelstaatRussisch-Nederlands Universal Dictionary > государство в составе федерации
-
10 gewest
I.hetBezirk mII.het [België: deelstaat]Region f [Belgien: Gliedstaat] -
11 государство в составе федерации
ngener. deelstaat -
12 Bundesland
-
13 Bundesstaat
-
14 Gliedstaat
-
15 Kirchenrat
Kirchenrat〈m.〉 -
16 Landesbank
-
17 Landesbeamte
-
18 Landesbeamter
-
19 Landesbischof
-
20 Landesgrenze
Страницы
- 1
- 2