-
1 decimate
v. uitdunnen, afslachten, decimeren[ dessimmeet] 〈zelfstandig naamwoord: decimation〉1 decimeren ⇒ uitdunnen, afslachten♦voorbeelden: -
2 décimer
décimer [deesiemee]〈 werkwoord〉1 (uit)dunnen ⇒ uitroeien, wegmaaienv1) uitroeien, ontvolken2) decimeren -
3 наказывать каждого десятого
vgener. decimerenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > наказывать каждого десятого
-
4 сокращать
v1) gener. beknibbeien (заработную плату), decimeren, inkorten, terugbrengen, verkorten, afkorten, afvloeien (служащих и т.п.), bekorten, beperken (о расходах), besnoeien (текст), bezuinigen (расходы), couperen, inkrimpen, inperken, korten, minderen, reduceren, verminderen2) math. herleiden -
5 убавлять
vgener. aftarnen, aftornen, decimeren, korten, minderen -
6 убивать каждого десятого
vgener. decimerenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > убивать каждого десятого
-
7 dezimieren
dezimieren
См. также в других словарях:
dezimieren — Vsw durch Gewalt an Zahl sehr stark verringern erw. fremd. Erkennbar fremd (17. Jh.) mit Adaptionssuffix. Entlehnt aus l. decimāre jeden zehnten Mann töten , einer Ableitung von l. decimus der Zehnte , zu l. decem zehn . Im Deutschen zunächst in… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache