-
1 vormen
1 [een vorm geven] shape, form ⇒ mould2 [doen ontstaan] form ⇒ make/build (up)3 [de genoemde vorm vertonen] make up, form4 [uitmaken] make up, constitute ⇒ be♦voorbeelden:zich een oordeel vormen • form an opinioneen uitzondering vormen • be/constitute an exceptionacademisch gevormden • university graduates -
2 aanstellen
v. appoint, institute, place, commission, constitute; childish behavior -
3 constitueren
v. constitute, comprise, form, make up; establish, found; appoint a person to a a particular position -
4 samenstellen
v. compose, compile, construct, constitute, put together, frame, empanel -
5 uitmaken
v. break off, decide, constitute, ascertain -
6 vormen
v. form, compose, fashion, frame, shape, figure, model, pattern, mould, mold, constitute, make, finalize, pod, sculp, sculpt, sculpture, throw, turn, confirm -
7 samenstellen
• to assemble• to compile• to compose• to constitute• to construct -
8 vormen
• to be• to constitute• to deform• to form• to mould• to shape• to train -
9 barrière
1 barrier♦voorbeelden:1 zijn eisen bleken een onoverkomelijke barrière te vormen • his demands proved to constitute an insurmountable barrierbarrières opwerpen • put up barriers -
10 een belangrijk obstakel vormen
een belangrijk obstakel vormenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een belangrijk obstakel vormen
-
11 een geheel vormen
een geheel vormenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een geheel vormen
-
12 een hinderpaal vormen voor …
een hinderpaal vormen voor …constitute a stumbling block/an obstacle to …Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een hinderpaal vormen voor …
-
13 een uitzondering vormen
een uitzondering vormenbe/constitute an exceptionVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een uitzondering vormen
-
14 een wet invoeren/afkondigen/uitvaardigen
een wet invoeren/afkondigen/uitvaardigenenact/promulgate/constitute a lawVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een wet invoeren/afkondigen/uitvaardigen
-
15 geheel
geheel1〈 het〉♦voorbeelden:1 〈 wiskunde〉 het geheel is gelijk aan de som van zijn delen • the whole equals the sum of its partseen samengesteld geheel • a complexhij mag de lening in haar geheel terugbetalen • he can pay back the loan in a lump sumeen verklaring in haar geheel citeren • quote a statement in its entirety¶ hij zei in het geheel niets • he said nothing at all/whatsoeverover het geheel genomen • on the whole————————geheel21 [waaraan niets/niemand ontbreekt] entire, whole♦voorbeelden:door/over het gehele land • throughout the countryII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:ik ben geheel genezen • I have fully recoveredgeheel en al • entirely/fullygeheel anders • completely/totally differentniet geheel • not quite/entirely/fully -
16 hinderpaal
♦voorbeelden:1 een hinderpaal vormen voor … • constitute a stumbling block/an obstacle to … -
17 obstakel
♦voorbeelden:een belangrijk obstakel vormen • constitute a major obstacle -
18 uitmaken
6 [blussen] put out♦voorbeelden:een belangrijk deel van de kosten uitmaken • form/represent a large part of the cost3 het maakt mij niet(s) uit • it is all the same to me, I don't carewat maakt dat uit? • what does that matter?, what difference does it make?weinig uitmaken • make little differencedat maakt hij toch niet uit • that's not for him to decideik kan niet uitmaken wat daar staat • I cannot make out what it saysdat maak ik zelf nog uit • I'll be the judge of thatdat moeten ze onder elkaar maar uitmaken • they'll have to sort that out among themselvesiemand uitmaken voor al wat lelijk is • call someone all the names under the sun -
19 wet
2 [stelsel van rechtsregels, ook religie] law4 [wetenschappelijk] [wetmatigheid] law♦voorbeelden:een ongeschreven wet • an unwritten ruleeen wet aannemen/goedkeuren • pass/enact a laween wet invoeren/afkondigen/uitvaardigen • enact/promulgate/constitute a lawde wet naleven/schenden/overtreden/ontduiken • abide by/violate/break/circumvent the lawde wet schrijft voor dat … • the law prescribes that …de wet toepassen • enforce the lawhet gerecht moet de wetten uitvoeren • the court has to execute the lawseen ontwerp dat wet moet worden • a bill which has to become lawde wet zegt dat … • it is the law that …conform de wet • lawful, legalin overeenstemming met de wet • in accordance with lawvolgens de wet is het een misdaad • it's a crime before the law2 naar de letter/naar de geest van de wet • according to the letter/spirit of the lawvolgens de Engelse wet • under English lawgeschreven wet • statute lawde Mozaïsche wet • Mosaic(al) lawwet is wet • the law is the lawgehoorzaam aan de wet • law-abidingbij de wet bepaald • regulated by lawboven de wet staan • be above the lawzich buiten de wet stellen • place oneself outside the lawdoor de wet verboden • prohibited/forbidden by lawingevolge de wet • under lawin strijd met/strijdig met de wet • unlawful, illegal, lawless, against the lawnaar wet en recht • according to law and justicevoor de wet trouwen • marry at a registry officevoor de wet is iedereen gelijk • everybody is equal before the laween wet van Meden en Perzen • a law of the Medes and Persians, a hard and fast rulemoeders wil is wet • mother's word is laween ijzeren wet • an iron lawde joodse/mohammedaanse wet • Jewish/Hebrew law, Islamic lawiemand de wet voorschrijven • lay down the law to someone -
20 zijn eisen bleken een onoverkomelijke barrière te vormen
zijn eisen bleken een onoverkomelijke barrière te vormenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn eisen bleken een onoverkomelijke barrière te vormen
См. также в других словарях:
constitute — con·sti·tute / kän stə ˌtüt, ˌtyüt/ vt 1: to appoint to an office or function those who are constituted heirs or named legatees Louisiana Civil Code legal authority constitute s all magistrates 2 … Law dictionary
Constitute — Con sti*tute (k[o^]n st[ict]*t[=u]t), v. t. [imp. & p. p. {Constituted}; p. pr. & vb. n. {Constituting}.] [L. constitutus, p. p. of constiture to constitute; con + statuere to place, set, fr. status station, fr. stare to stand. See {Stand}.] 1.… … The Collaborative International Dictionary of English
constitute — UK US /ˈkɒnstɪtjuːt/ verb [T] ► to be the parts that form something: »Economy travellers constitute about 80% of the airline s business. ► to be something, or to be considered as something: »Giving feedback on individual salespersons always… … Financial and business terms
constitute — mid 15c., verb use of adjective constitute, made up, formed (late 14c.), from L. constitutus arranged, settled, pp. adj. from constituere to cause to stand, set up, fix, place, establish, set in order; form something new; resolve, of persons, to… … Etymology dictionary
constitute — [v1] comprise, form aggregate, complement, complete, compose, compound, construct, cook up*, create, develop, dream up*, embody, enact, establish, fill out, fix, flesh out*, found, frame, fudge together*, incorporate, integrate, make, make up,… … New thesaurus
constitute — [kän′stə to͞ot΄, kän′stətyo͞ot΄] vt. constituted, constituting [ME constituten < L constitutus, pp. of constituere, to set up, establish < com , together + statuere, to set: see STATUE] 1. to set up (a law, government, institution, etc.);… … English World dictionary
Constitute — Con sti*tute (k[o^]n st[ict]*t[=u]t), n. An established law. [Obs.] T. Preston. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
constitute — ► VERB 1) be (a part) of a whole. 2) be or be equivalent to. 3) (usu. be constituted) establish by law. ORIGIN Latin constituere establish, appoint , from statuere set up … English terms dictionary
constitute */*/ — UK [ˈkɒnstɪˌtjuːt] / US [ˈkɑnstɪˌtut] verb Word forms constitute : present tense I/you/we/they constitute he/she/it constitutes present participle constituting past tense constituted past participle constituted formal 1) [linking verb] if several … English dictionary
constitute — transitive verb ( tuted; tuting) Etymology: Middle English, from Latin constitutus, past participle of constituere to set up, constitute, from com + statuere to set more at statute Date: 15th century 1. to appoint to an office, function, or… … New Collegiate Dictionary
constitute — 01. In an election 51% of the vote [constitutes] a majority. 02. It is sometimes difficult to decide what [constitutes] abuse when discussing the discipline of children. 03. The native American population [constitutes] a small but important part… … Grammatical examples in English