-
1 denominational
-
2 вероисповедный
adjgener. confessioneel -
3 конфессиональный
adjgener. confessioneel -
4 parochial
adj. gemeentelijk; bekrompen; ; begrenst[ pərookiəl]1 parochiaal ⇒ parochie-, gemeentelijk, dorps-♦voorbeelden: -
5 undenominational
adj. niet confessioneel (van scholen), neutraal -
6 confessionnel
confessionnel [kõfesjonnel]1 confessioneel ⇒ van de geloofsbelijdenis, van een bepaalde godsdienstige richting -
7 konfessionell
konfessionell -
8 konfessionslos
-
9 schwarz
〈 schwärzer, (am) schwärzest(en)〉2 〈 figuurlijk〉somber, pessimistisch3 〈 figuurlijk〉boos, gemeen, slecht ⇒ snood, infaam♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 jemandem nicht das Schwarze unter dem Nagel gönnen • iemand het licht in de ogen niet gunnen2 schwarz malen • somber afschilderen, inzien, in sombere kleuren (af)schilderendu darfst dir alles nicht so schwarz (aus)malen, vorstellen • je moet alles niet zo somber inzienschwarz sehen • pessimistisch zijnda sehe ich schwarz • dat zie ik donker inalles schwarz in schwarz malen, schildern • alles zwarter afschilderen dan het in werkelijkheid is
См. также в других словарях:
Iglesia protestante en los Países Bajos — Este artículo o sección necesita referencias que aparezcan en una publicación acreditada, como revistas especializadas, monografías, prensa diaria o páginas de Internet fidedignas. Puedes añadirlas así o avisar … Wikipedia Español