-
101 een staande klok
een staande klokVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een staande klok
-
102 een
een1〈de〉1 one♦voorbeelden:————————een21 one♦voorbeelden:zich een (ge)voelen met de natuur • be at one with natureeen maken • uniteeen worden • become oneeen met • one with————————een31 one♦voorbeelden:er een laten vliegen • farter een pakken/nemen/drinken • have a drinkgeef me er nog een • give me another (one)/one moreje bent me er (ook) een! • you are a nice one!als er een is die het kan, dan is hij het • if anyone can do it, he can————————een4I 〈hoofdtelwoord; met klemtoon〉1 one♦voorbeelden:de/het een of ander • someone/something or otherik zal een en ander nog opzoeken • I'll check these things(noch) het een noch het ander • neither one thing nor the othervan de een naar de ander kijken • look from one to the othervan het een komt het ander • one thing leads to anotherde een zegt dit, de andere dat • some (people) say one thing, some anotherop (de) een (of andere) dag • some/one dayeen dezer dagen • one of these dayseen keer is voldoende • once is enoughelke stem is er een • every vote countselke cent is er een • a penny saved is a penny earnedelke cent is er een voor hem • he has to count his pennieseen en dezelfde • one and the sameniet een, geen een • not one, no onede weg is een en al modder • the road is nothing but mudzij is een en al oor/oog/glimlach • she is all ears/eyes/smileszij was een en al gastvrijheid • she was hospitality itselfhij was een en al zenuwen • he was a bundle of nerveshet is bij enen • it's almost one (o'clock)de op een na laatste, op een na de laatste • the last but onede op een na beste, op een na de beste • the second bestallen op een na • all except onehonderd tegen een • a hundred to oneeen van tweeën • one of two thingseen van beide(n) • one of themeen voor allen, allen voor een • all for one and one for alleen voor een • one by one, one at a time(je moet kiezen) het een of het ander • you can't have it both waysals één man • as one manop de een of andere wijze • one way or anothereen of ander meisje • some girl or otherII 〈rangtelwoord; met klemtoon〉♦voorbeelden:III 〈lidwoord; zonder klemtoon〉1 [onbepaald] a; 〈 voor klinker〉 an2 [categoriaal] a3 [ongeveer] a, some4 [in uitroepen] a, some♦voorbeelden:neem een Tedje van Es • take someone like a Tedje van Eseen duizend gulden • some thousand guilders4 een mensen dat er waren! • what a lot of people there were!wat een mooie bloemen! • what beautiful flowers!wat een mensen! • what a crowd!wat een idee! • what an idea! -
103 eindigen
2 [als einde hebben] end ⇒ finish, come to an end, terminate, 〈 tijd ook〉 run out, 〈 tijd ook〉 expire♦voorbeelden:eindigen waar men begonnen is • end up where one started (from)de school eindigt om twaalf uur • school finishes at twelve o'clockde ruzie eindigde met … • the outcome of the quarrel was …dit woord eindigt op een klinker • this word ends in a vowelII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:hij eindigde met te zeggen dat … • he ended by saying that … -
104 etteren
3 [zwoegen] slave♦voorbeelden:3 ik heb wel een dag met die rotklok zitten etteren • I've been slaving over this clock for about a day -
105 geborrel
♦voorbeelden: -
106 geschikt
♦voorbeelden:een geschikt ogenblik • a convenient/suitable momentis twee uur een geschikte tijd? • will two o'clock be convenient?uiterst geschikt gelegen • most conveniently situateddit karweitje is precies voor hem geschikt • this job is just right for himiets geschikt maken voor • make something fit/suitable forgeschikt zijn voor het doel • serve the purposedat boek is niet geschikt voor kinderen • that book is not fit/suitable for childrenniet geschikt voor dit werk • unsuitable for this work(niet) geschikt voor consumptie • (un)fit for human consumption -
107 half
half1〈de〉1 half♦voorbeelden:————————half21 [de helft zijnde] half2 [voor een (groot) deel; niet helemaal] half3 [met betrekking tot het punt waar de andere helft begint] halfway up/down/along/through♦voorbeelden:een halve cirkel • a semicirclehalve dagen werken • work half timevoor half geld/tegen de halve prijs • (for/at) half pricevier en een halve mijl • four and a half milesde klok slaat hele en halve uren • the clock strikes the (full) hours and the half hoursgeen halve maatregelen • no half measuresde halve stad spreekt ervan • half the town is talking about itiets met een half woord aanduiden • (barely) hint at somethinghij hoeft maar een half woord te zeggen • half a word is enougher is een bus telkens om vier minuten vóór het halve uur/vóór half • there is a bus every four minutes to the half hourhet is half elf • it is half (past) tenhet is vijf voor half elf • it is twenty-five past ten¶ een halve gare • a fool/halfwit/BtwitII 〈 bijwoord〉2 [voor een deel] half♦voorbeelden:het hek is half wit en half groen geverfd • the fence is painted half white, half greenje weet niet half hoe erg het is • little do you know how serious it ismijn werk is half af • my work is half donehalf zo groot als ik • half as tall as mehalf en half tot iets besloten zijn • have more or less decidediemand iets half en half beloven • half promise someone somethingik ben er half en half van op de hoogte • I have not yet been fully informedhalf en half/half om half • half and half2 met het raam half dicht • with the window halfway down/opende deur stond half open • the door was ajarik kan het maar half geloven • I can hardly believe ithalf lachend, half huilend • torn between laughing and cryingiets maar half verstaan • understand only half of it -
108 hangklok
-
109 het hof ging om 6 uur uiteen
het hof ging om 6 uur uiteenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het hof ging om 6 uur uiteen
-
110 het is bij enen
het is bij enenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het is bij enen
-
111 het is bij negenen
het is bij negenenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het is bij negenen
-
112 het is ongeveer tien uur
het is ongeveer tien uurVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het is ongeveer tien uur
-
113 het is tegen drieën
het is tegen drieënVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het is tegen drieën
-
114 het is vijf uur op de kop af
het is vijf uur op de kop afVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het is vijf uur op de kop af
-
115 het journaal van 8 uur
het journaal van 8 uurVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het journaal van 8 uur
-
116 het klokje rond slapen
het klokje rond slapenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het klokje rond slapen
-
117 het loopt tegen zessen
het loopt tegen zessenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het loopt tegen zessen
-
118 het nieuws van acht uur
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het nieuws van acht uur
-
119 hij kwam tegen drie uur
hij kwam tegen drie uurVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij kwam tegen drie uur
-
120 hij kwam vannacht om twee uur thuis
hij kwam vannacht om twee uur thuisVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij kwam vannacht om twee uur thuis
См. также в других словарях:
Clock — (kl[o^]k), n. [AS. clucge bell; akin to D. klok clock, bell, G. glocke, Dan. klokke, Sw. klocka, Icel. klukka bell, LL. clocca, cloca (whence F. cloche); al perh. of Celtic origin; cf. Ir. & Gael. clog bell, clock, W. cloch bell. Cf. {Cloak}.] 1 … The Collaborative International Dictionary of English
Clock — (englisch: Uhr) steht für CLOCK, Circadian Locomotor Output Cycles Kaput, Gensequenz Clock (Lied), 1997 von Coal Chamber Clock (Band), The Clock, Comicfigur The Clock (OT, 1945) US Film, dt: Urlaub für die Liebe Clock (Restaurant), schwedische… … Deutsch Wikipedia
clock — [klɒk ǁ klɑːk] verb clock in also clock on BrE phrasal verb [intransitive] to record on a special card the time you arrive at work or begin work: • I clock on at 8:30. clock off also … Financial and business terms
Clock — est un groupe de post rock en français, originaire de Saint Étienne, il est formé depuis 2003. Sommaire 1 Composition 2 Historique 3 Influences 3.1 Littéraires … Wikipédia en Français
clock — ► NOUN 1) an instrument that measures and indicates the time by means of a dial or a digital display. 2) informal a measuring device resembling a clock, such as a speedometer. ► VERB informal 1) attain or register (a specified time, distance, or… … English terms dictionary
Clock EP — EP by Simian Mobile Disco Released … Wikipedia
clock — clock1 [kläk] n. [ME clokke, orig., clock with bells < ML clocca, bell < Celt, as in OIr cloc (> OE clugge, OHG glocka), bell < ? IE base * kel , to cry out, sound > CLAMOR] 1. a device used for measuring and indicating time,… … English World dictionary
clock in at — ˌclock ˈin at [transitive] [present tense I/you/we/they clock in at he/she/it clocks in at present participle clocking in at past tense … Useful english dictionary
clock in/on — [phrasal verb] chiefly Brit : to record on a special card the time that you start working What time did you clock on? I clocked in [=(US) punched in] 10 minutes late. • • • Main Entry: ↑clock … Useful english dictionary
Clock — (kl[o^]k), v. t. To ornament with figured work, as the side of a stocking. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Clock — Clock, v. t. & i. To call, as a hen. See {Cluck}. [R.] [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English