-
1 Ciao!
Auf Wiedersehen! -
2 dag
-
3 doeg
= doei!; tw -
4 dag
dag1〈de〉♦voorbeelden:de dag van de mensenrechten • la Journée des Droits de l'Hommedag en nacht • jour et nuithet nieuws van de dag • les nouvelles du jourdat tafeltje heeft zijn beste dagen gehad • cette petite table a fait son tempsde hele dag • toute la journéede jongste dag • le jour du jugement dernierbij klaarlichte dag • en plein jouropen dag • journée (des) portes ouvertesde oude dag komt met gebreken • les misères viennent avec l'âgehij wordt een dagje ouder • il se fait vieuxeen vrije dag • un jour de congéeen dagje bij vrienden doorbrengen • passer une journée chez des amishij heeft vandaag zijn dag niet • ça n'est pas son jourdie dag hoop ik nog te beleven • j'espère vivre ce jour-làhet wordt dag • le jour se lèvewelke dag hebben wij nu? • quel jour sommes-nous?dag in dag uit • jour après jourhet is kort dag • il nous reste peu de tempshet is lang dag • le jour est longvandaag de dag • à l'heure actuellehet is morgen vroeg dag • il faudra se lever tôt demaindag aan dag • jour après jourmoed aan de dag leggen • faire preuve de couragebij dag • pendant la journéein mijn dagen • de mon tempsin de dagen van het schrikbewind • au temps de la Terreurmet de dag veranderen • changer de jour en jourhet wordt met de dag slechter • cela s'aggrave de jour en jourde dag na • le lendemain detwee dagen na • le surlendemain devan de ene dag op de andere • du jour au lendemainop een (goede) dag • un (beau) jourop de dag dat • le jour oùop de dag af negen maanden na … • neuf mois, jour pour jour, après …ten eeuwigen dage • à (tout) jamaisik weet het nog als de dag van gisteren • je m'en souviens comme si c'était hierde dag voor • le veille detwee dagen voor • l'avant-veille devoor dag en dauw • à l'aubemet een voorstel voor de dag komen • lancer une propositionhij haalde zijn pistool voor de dag • il sortit son revolverzo kan ik niet voor de dag komen • je ne suis pas présentabledat is zo klaar als de dag • c'est clair comme le jourde dag der dagen • le jour J〈 spreekwoord〉 elke dag een draadje is een hemdsmouw in het jaar • petit à petit l'oiseau fait son nid〈 spreekwoord〉 hoe later op de dag, hoe schoner het volk • ±bienvenue aux combattants de la dernière heure!————————dag21 [begroeting] bonjour!2 [afscheidsgroet] au revoir!♦voorbeelden:dag zeggen • dire bonjour〈 figuurlijk〉 ja dag! • tu peux toujours courir!dáág! • ciao! -
5 doeg
doeg, doei1 ciao! -
6 dáág!
dáág!ciao! -
7 gegroet
1 〈 bij weggaan〉 salut!⇒ ciao!
См. также в других словарях:
ciao — ciao … Dictionnaire des rimes
Ciao.de — ist eine Verbraucher Online Community. Mit über 52 Millionen Seitenaufrufen bei 17 Millionen Einzelbesuchen im Jahr 2007 ist es eines der größten Shopping Portale in Deutschland.[1] Auch in Großbritannien, Frankreich, Spanien und Italien und den… … Deutsch Wikipedia
ciao.de — ist eine Verbraucher Online Community von Microsoft Bing. Mit über 52 Millionen Seitenaufrufen bei 17 Millionen Einzelbesuchen im Jahr 2007 ist es eines der größten Shopping Portale in Deutschland.[1] Auch in Großbritannien, Frankreich, Spanien,… … Deutsch Wikipedia
Ciao — ist ciao (Gruß), eine italienische Grußformel Ciao (Mofa), der Name eines Mofas und Mopeds von Piaggio ciao.de, der Name eines Verbraucherportals Ciao (Magazin), der Name eines Manga Magazins der Name des Fußballweltmeisterschaft Maskottchens von … Deutsch Wikipedia
Ciao! — Студийный альбом Tiga … Википедия
CIAO — may stand for:* CIAO (AM), a radio station in Brampton, Ontario, Canada * Component Integrated ACE ORB, a CORBA Component Model (CCM) implementation … Wikipedia
ciao — CIÁO interj. (fam.) la revedere! (< it. ciao) Trimis de raduborza, 07.07.2008. Sursa: MDN … Dicționar Român
ciao — (chou) interj. ▸ Used to express greeting or farewell. ╂ [Italian, from dialectal ciau, alteration of Italian (sono vostro) schiavo, (I am your) servant, from Medieval Latin sclavus, slave, servant; see SLAVE(Cf. ↑slave).] Word History: The… … Word Histories
ciao — udråbsord … Dansk ordbog
ciao! — 〈[ tʃaɔ] Int.〉 = tschau … Universal-Lexikon
ciao! — [tʃau] gespr ≈ tschüs … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache