-
1 buitensluiten
2 [niet laten meedoen; onmogelijk maken] exclure♦voorbeelden: -
2 buitensluiten
2 [niet laten meedoen] leave/shut out ⇒ exclude♦voorbeelden: -
3 buitensluiten
исключать; не допускать; не впустить; отказаться от* * *гл.общ. исключать, не допускать -
4 buitensluiten
v. lock out; count out -
5 buitensluiten
ww1) empêcher d'entrer, fermer la porte (à qn)2) exclure, rejeter -
6 het zonlicht buitensluiten
het zonlicht buitensluiten -
7 исключать
v1) gener. afvoeren (из списков, группы), royeren, uitsluiten, uitstoten, uitzonderen, verbannen (из общества), buitensluiten, elimineren, uitmonsteren, wegcijferen2) electr. uitschakelen -
8 не допускать
prepos.gener. buitensluiten, verhinderen, weren -
9 uitsluiten
-
10 uitsluiten
♦voorbeelden:die mogelijkheid kunnen we niet uitsluiten • that is a possibility we can't rule out/ignoredat is uitgesloten • that is out of the questionelkaar uitsluiten • be mutually exclusive, be incompatible -
11 weren
♦voorbeelden:II 〈wederkerend werkwoord; zich weren〉1 [zich verdedigen] resist, combat2 [zijn best doen] exert oneself
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский