-
1 garage
garage [gaaraazĵ]〈m.〉2 (het) ergens plaatsen 〈 van vervoermiddel〉 ⇒ (het) stallen 〈 van fiets〉 ⇒ (het) op een zijspoor rijden 〈 van trein〉 ⇒ (het) parkeren 〈 van auto〉♦voorbeelden:1 stationnement interdit: sortie de garage • verboden te parkeren: uitritgarage à étages • bovengrondse parking→ voiem1) garage, stalling, boothuis2) (het) stallen, bergen, parkeren -
2 boathouse
n. schuurtje over water gebouwd om boten te bedekken en te beveiligenboathouse -
3 Bootshaus
См. также в других словарях:
Het Boothuis — (Eelderwolde,Нидерланды) Категория отеля: Адрес: Oude Badweg 26, 9766 TJ Eelderwolde … Каталог отелей