-
1 boosaardigheid
-
2 boosaardigheid
злокачественность; зловредность; злобность; злобность; ядовитость; коварство* * *сущ.общ. злобность, злокачественность, зловредность -
3 boosaardigheid
n. malignance -
4 boosaardigheid
-
5 haar ogen staken van boosaardigheid
Deens-Russisch woordenboek > haar ogen staken van boosaardigheid
-
6 злобность
ngener. boosaardigheid, boosheid -
7 зловредность
ngener. boosaardigheid, boosheid -
8 злокачественность
ngener. boosaardigheid, kwaadaardigheid -
9 arglist
-
10 kwaadaardigheid
-
11 steken
1 [algemeen] piquer2 [verwonden] blesser (avec un objet pointu)3 [grieven] blesser4 [opbergen; bevestigen] mettre♦voorbeelden:haar ogen steken van de slaap • elle a les yeux lourds de sommeilde zon steekt • le soleil piquehij had de agent een mes in de rug gestoken • il avait planté un couteau dans le dos de l'agentiemand overhoop steken • poignarder qn.hij stak zich met een speld in de vinger • il s'est piqué le doigt avec une épingleeen ring aan zijn vinger steken • mettre une bagueeen stok in de grond steken • enfoncer un bâton dans le soleen bril in de koker steken • ranger des lunettes dans leur étuizich in het zwart steken • s'habiller en noiriets in elkaar steken • monter qc.1 [vastzitten] être coincé2 [ergens zijn] se trouver3 [doorborend kijken] lancer des regards méchants♦voorbeelden:1 ergens in blijven steken • être coincé qp.ergens blijven steken • rester en panne qp.het mes stak in de boom • le couteau était planté dans l'arbredaar steekt iets achter • il y a qc. là-dessousuit de toren stak een vlag • il y avait un drapeau sur la tour→ link=nauw nauw -
12 gemeenheid
1 [hoedanigheid] nastiness, meanness ⇒ 〈 boosaardigheid〉 viciousness, maliciousness, 〈 kwaadaardigheid〉 wickedness2 [gemene streek/taal] 〈 streek〉 mean/dirty/shabby trick; 〈 obscene taal〉 foul/filthy language; 〈 scheldwoorden〉 abuse -
13 kwaadaardigheid
1 〈 boosaardigheid〉 malice, spite♦voorbeelden:Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > kwaadaardigheid
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский