-
1 boedel
♦voorbeelden:een boedel scheiden • procéder à la séparation d'un patrimoineeen boedel scheiden • procéder à la séparation des biens -
2 boedel
-
3 boedel
имущество; наследство; добро* * *сущ.общ. имущество, наследство -
4 boedel
n. estate, inventory -
5 boedel
1) bouppteckning2) arv -
6 boedel
estate -
7 boedel
héritage, recensement -
8 boedel beschrijven
-
9 een boedel scheiden
een boedel scheiden————————een boedel scheiden -
10 de boedel beschrijven
de boedel beschrijven -
11 de failliete boedel
de failliete boedel -
12 een boedel aanvaarden
een boedel aanvaarden -
13 een onverdeelde boedel
een onverdeelde boedel -
14 de boedel beschrijven
de boedel beschrijvenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de boedel beschrijven
-
15 de boedel verkeert in staat van insolventie
de boedel verkeert in staat van insolventieVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de boedel verkeert in staat van insolventie
-
16 een boedel beheren/scheiden
een boedel beheren/scheidenadminister/distribute an estateVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een boedel beheren/scheiden
-
17 een boedel beredderen
een boedel beredderenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een boedel beredderen
-
18 een desolate boedel
een desolate boedelVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een desolate boedel
-
19 een failliete boedel
een failliete boedelVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een failliete boedel
-
20 een boedel aanvaarden
См. также в других словарях:
Emilie Luzac — (Marguérite Emilie) (Leiden, 30 November 1748 Watten, near Dunkirk, 28 November 1788) was the second daughter of Jean (Jan) Luzac, book seller and publisher, and Anna Hillegonda Valckenaer (relation of Johan Valckenaer). On 5 November 1775 she… … Wikipedia
boodle — noun Etymology: Dutch boedel estate, lot, from Middle Dutch; akin to Old Norse būth booth Date: 1833 1. a collection or lot of persons ; caboodle 2. a. bribe money b. a large amount especially of money … New Collegiate Dictionary
List of English words of Dutch origin — This is a list of words of Dutch language origin. However, note that this list does also include some words of which the etymology is uncertain, and that some may have been derived from Middle Low German equivalents instead or as well. Some of… … Wikipedia
Adam Gerard Mappa — (Doornik, [Kernkamp, P.M. (2005) Tussen Reformatie en Revolutie. De familie paspoort te Delft . In: De Nederlandsche Leeuw jg. 122 nr. 1.] 25 November 1754 Barneveld, New York, 15 April 1828) was a Dutch Patriot and active colonel in a local… … Wikipedia
Gerrit Paape — Delft (Delft, 4 February 1752 The Hague, 7 December 1803) was a Dutch plateelschilder (painter of earthenware and stoneware), poet, journalist, novelist, judge, columnist and (at the end of his career) ministerial civil servant. LifeGerrit Paape… … Wikipedia
Wybo Fijnje — (Zwolle, 24 January 1750 – Amsterdam, 2 October 1809) was a Dutch Mennonite minister, publisher in Delft, Patriot, exile, coup perpetrator, politician and during the French era manager of the state newspaper. LifeEarly lifeFijnje grew up in… … Wikipedia
Caboodle — is a customizable record keeping system for the web. Caboodle uses the Entity attribute value model for data mining and ease of use to store information. Caboodle was developed by Swink as a cost effect way for students and researchers to track… … Wikipedia
boodle — boodler, n. /boohd l/, n., v., boodled, boodling. Slang. n. 1. the lot, pack, or crowd: Send the whole boodle back to the factory. 2. a large quantity of something, esp. money: He s worth a boodle. 3. a bribe or other illicit payment, esp. to or… … Universalium
caboodle — ca|boo|dle [kəˈbu:dl] n [Date: 1800 1900; Origin: Probably from boodle crowd, collection, lot (19 20 centuries), from Dutch boedel property ] the whole (kit and) caboodle informal everything ▪ I think it s time to replace the whole caboodle:… … Dictionary of contemporary English
boodle — 1833, crowd; 1858, phony money, especially graft money, actual or potential (1883), both Amer.Eng. slang, either or both based on BUNDLE (Cf. bundle), or from Du. boedel property … Etymology dictionary
kit and caboodle — also kaboodle, 1861, from KIT (Cf. kit) (n.1) in dismissive sense number of things viewed as a whole (1785) + boodle lot, collection, perhaps from Du. boedel property. Kit also was paired with other words in similar formations … Etymology dictionary