-
1 binnendruppelen
♦voorbeelden:Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > binnendruppelen
-
2 binnendruppelen
1 [druppelsgewijs binnenkomen] pénétrer petit à petit2 [figuurlijk] arriver un à un -
3 binnendruppelen
v. trickle in -
4 binnendruppelen
-
5 de bezoekers kwamen de zaal binnendruppelen
de bezoekers kwamen de zaal binnendruppelenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de bezoekers kwamen de zaal binnendruppelen
-
6 dribble
n. stroompje; druppeltje; dribble (sport)--------v. druppelen; kwijlen; dribbelen (sport)dribble1[ dribl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————dribble22 kwijlen♦voorbeelden:the answers dribbled in • de antwoorden kwamen binnendruppelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
7 permeate
v. doordringen; doortrekken; binnendruppelen[ pə:mie▪eet] 〈zelfstandig naamwoord: permeation〉1 (door)dringen ⇒ (door)trekken, zich (ver)spreiden (over)♦voorbeelden: -
8 the answers dribbled in
the answers dribbled in -
9 trickle
n. druppelen; stroompje, straaltje--------v. druppelentrickle1[ trikl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————trickle22 druppelsgewijs komen/gaan ⇒ binnendruppelen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский