-
1 binnendringen
♦voorbeelden:een land binnendringen • invade a country -
2 binnendringen
v. penetrate, pierce; invade; enter -
3 een land binnendringen
een land binnendringenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een land binnendringen
-
4 ergens heimelijk binnendringen
ergens heimelijk binnendringenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ergens heimelijk binnendringen
-
5 heimelijk
1 secret ⇒ 〈 van bijeenkomst, organisatie ook〉 clandestine, 〈 van blik, beweging ook〉 surreptitious, sneaking 〈 vermoeden, verlangen〉♦voorbeelden:heimelijke jaloezie • covert jealousyergens heimelijk binnendringen • break into (a house) surreptitiouslydoe niet zo heimelijk • don't be so secretive/furtive -
6 indringen
1 [binnendringen] penetrate (into) ⇒ intrude (into), break (into) 〈 gewelddadig〉, soak (into) 〈 vloeistof〉, pry (into) 〈 andermans zaken〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [indrijven] push intoIII 〈wederkerend werkwoord; zich indringen〉1 [zich opdringen] thrust oneself in(to)♦voorbeelden: -
7 penetreren
1 [+ in] [binnendringen (in)] penetrate (into)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [doordringen met] penetrate
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Пенджабский
- Русский
- Турецкий
- Французский
- Шведский