-
1 играть в бильярд
vgener. biljarten -
2 bridge
n. brug; kaartspel "bridge"--------v. verbindenbridge1[ bridzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 neusrug♦voorbeelden:〈 spreekwoord〉 don't cross the bridge until you come to it • komen de tijden, komen de plagen; die dan leeft, die dan zorgtwe'll cross that bridge when we come to it • we zien wel als het zover isa lot of water has flowed under the bridge (since then) • er is (sinds die tijd) heel wat water naar de zee gestroomd————————bridge2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:→ bridge over bridge over/ -
3 pool
n. gemeenschappelijk fonds; ziekenfonds; pool (soort biljardspel)--------n. zwembad; plas--------v. samenkomen; in val zetten; in gemeenschappelijk fonds stortenpool1[ poe:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————pool2〈 werkwoord〉 -
4 bande
bande [bãd]〈v.〉2 baan ⇒ strook, band4 bende ⇒ troep, groep♦voorbeelden:bande de mitrailleuse • patroonbandbande de toile • verband, windselbande Velpeau • zwachtel, rekverbandbande élastique • rekverbandbande magnétique • magneetband, bandje, tapebande sonore • geluidsband, soundtrackbandes d'une chaussée • rijstrokenchaussée à trois bandes • driebaanswegbande dessinée • strip〈 pejoratief〉 bande d'idiots! • stelletje stommelingen!bande de loups • roedel wolvenêtre de la bande • erbij horenaller en bande • met z'n allen gaanfaire bande à part • zich afzonderen〈 figuurlijk〉 prendre qn., faire qc. par la bande • iemand, iets indirect benaderenf1) reep, band2) baan, strook3) bende, troep, groep -
5 caramboler
caramboler [kaarãbollee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
6 rétro
rétro1 [reetroo]〈m.〉————————rétro2 [reetroo]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord〉1 nostalgisch ⇒ ouderwets, zich op het verleden, de jaren twintig inspirerend -
7 Billard spielen
-
8 spielen
spielenI 〈overgankelijk & onovergankelijk werkwoord〉2 glinsteren, schitteren, schijnen4 gebruik maken (van), doen gelden♦voorbeelden:1 Ball spielen • ballen, met de bal spelenBillard spielen • biljartenDame spielen • dammenden Gastgeber spielen • als gastheer optreden, voor gastheer spelenKarten spielen • kaarteneine Schallplatte spielen • een plaat spelen, draaienein Spiel spielen • een spelletje doen, spelenden Unschuldigen spielen • de onschuldige uithangen〈informeel; figuurlijk〉 was wird hier gespielt? • wat is (er) hier aan de gang?3 ins Grüne spielen • naar groen, het groene zwemendie Phantasie, Fantasie spielen lassen • de fantasie de vrije loop laten♦voorbeelden:sich um sein Vermögen spielen • zijn vermogen verspelen
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Нидерландский
- Русский
- Французский