-
1 bijbenen
♦voorbeelden: -
2 bijbenen
1 [figuurlijk] keep pace/up (with)♦voorbeelden: -
3 bijbenen
прил.общ. (только inf) идти (с кем-л.) в ногу, не отставать -
4 bijbenen
v. keep up, preserve, maintain -
5 zo vlug, dat ik het niet kon bijbenen
zo vlug, dat ik het niet kon bijbenenDeens-Russisch woordenboek > zo vlug, dat ik het niet kon bijbenen
-
6 ik kan al deze ontwikkelingen niet bijbenen
ik kan al deze ontwikkelingen niet bijbenenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik kan al deze ontwikkelingen niet bijbenen
-
7 bijsloffen
→ link=bijbenen bijbenen -
8 идти в ногу
vgener. (только inf)(с кем-л.) bijbenen, bijhouden, in de pas lopen, marcheren -
9 не отставать
prepos.gener. bijblijven, bijhouden (от кого-л.), bijbenen, gelijke tred houden met (iem.) (от кого-л.) -
10 ride down
ride down -
11 идти в ногу
vgener. (только inf)(с кем-л.) bijbenen, bijhouden, in de pas lopen, marcheren -
12 не отставать
prepos.gener. bijblijven, bijhouden (от кого-л.), bijbenen, gelijke tred houden met (iem.) (от кого-л.)
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский