-
1 motion
n. beweging; motie; stoelgang--------v. wenkenmotion1[ moosjn]1 beweging ⇒ gebaar, wenk2 motie♦voorbeelden:→ perpetual perpetual/1 beweging(swijze) ⇒ gang, loop♦voorbeelden:put/set something in motion • iets in beweging zetten————————motion2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский