-
1 in the affirmative
bevestigend -
2 affirmative proposition
Bevestigend voorstel -
3 corroborating evidence
bevestigend bewijs,bewijs bekrachting -
4 declaratory judgement
bevestigend oordeel (een oordeel die de rechten van beide kanten verklaart) -
5 declaratory order
Bevestigend bevel (order van het gerechtshof betreffende de rechten van een van de partijen) -
6 affirmative
adj. bevestigend; positief--------n. positief[ əfə:mətiv]♦voorbeelden:1 〈 Amerikaans-Engels〉 affirmative action • voorkeursbehandeling/positieve discriminatie van minderheden/vrouwen -
7 answer in the affirmative
-
8 ay
♦voorbeelden:————————〈 bijwoord〉1 〈formeel; gewestelijk; scheepvaart〉ja ⇒ zeker, inderdaad♦voorbeelden: -
9 corroborative
-
10 declaratory
-
11 yea
adv. ja; ja zelfs--------interj. ja; ja zelfs--------n. bevestiging; het voor-stemmen; bevestigend antwoord; ja- zeggenyea1[ jee] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————yea2〈 bijwoord〉1 ja 〈 bij stemprocedures〉 -
12 yes
adv. ja--------n. ja; positief antwoordyes1[ jes] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 ja ⇒ bevestigend antwoord2 ja-stem♦voorbeelden:1 say yes • ja zeggen, het jawoord geven————————yes2〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 You didn't pay, did you? Yes, I did • Je hebt niet betaald, hè? Jawel hoor -
13 affirmably
adv. bevestigend -
14 affirmatory
adj. bevestigend -
15 assertory
adj. bevestigend; positief bevestigd -
16 confirmable
adj. bevestigend, bekrachtigend -
17 confirmative
adj. bekrachtigend, bevestigend -
18 corroboratively
adv. ondersteunend, bevestigend bewijs -
19 uncorroborated
adj. niet versterkend, onbekrachtigend, bevestigend
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский