-
1 chevroter
chevroter [sĵəvrottee]1 mekkeren2 beverig spreken, zingenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 beverig (op)zeggen, zingenv1) mekkeren2) beven [stem] -
2 friser
friser [friezee]1 krullen ⇒ kroes zijn, kroezen, kronkelen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (doen) krullen ⇒ kroes maken, kroezen, in de krul zetten3 (rakelings) strijken langs ⇒ even aanraken, scheren langs4 grenzen aan ⇒ zwemen naar, naderen tot♦voorbeelden:v1) (doen)krullen, kronkelen -
3 tremblé
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский