-
1 облучать
bestralen -
2 облучить
bestralen -
3 irradiate
gener. bestraald (â³ä bestralen), bestralen (bestraald) -
4 radiate
gener. bestralen (bestraald), bestraald -
5 shine upon
gener. bestralen (bestraald), bestraald -
6 бросать лучи
vgener. bestralen (на что-либо) -
7 облучать
-
8 озарять
vgener. bestralen, gloeien, verhelderen, beschijnen, illumineren, omstralen, overschijnen, verlichten -
9 освещать
vgener. belichten, overstralen, verlichten, beschijnen, bestralen, illumineren, overschijnen, verhelderen, voorlichten
Перевод: с русского на нидерландский
с нидерландского на русский- С нидерландского на:
- Русский
- С русского на:
- Нидерландский