-
1 besluiteloos
♦voorbeelden: -
2 besluiteloos
-
3 besluiteloos
-
4 besluiteloos
I.unentschlossenII.unschlüssig -
5 besluiteloos
adj. undecided, indeterminate, irresolute, half-hearted--------adv. indecisively, undecidedly, irresolutely, hesitantly -
6 besluiteloos
bnindécis, irrésolu -
7 iemand met een besluiteloos karakter
iemand met een besluiteloos karakterVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand met een besluiteloos karakter
-
8 нерешительный
adjgener. flauw, halfslachtig, onbeslist, onbesloten, onvast, besluiteloos, kleinhartig, leuterig, treuzelachtig, treuzelig, twijfelmoedig, wankelmoedig, weifelachtig, weifelmoedig -
9 balanceren
1 [zich in evenwicht houden] se tenir en équilibre2 [besluiteloos zijn] balancer♦voorbeelden:op de rand van een bankroet balanceren • être à deux doigts de la banquerouteII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
10 twijfelen
1 [besluiteloos zijn] hésiter2 [onzeker achten] douter (de)♦voorbeelden:twijfelen of men iets zal doen • hésiter à faire qc.daar valt niet aan te twijfelen • il n'y a aucun doute
См. также в других словарях:
Geschichte der niederländischen Rechtschreibung — Dieser Artikel handelt von der Geschichte der niederländischen Rechtschreibung. Die Rechtschreibung des Niederländischen wird in den Niederlanden, Flandern und Suriname offiziell verwendet. Der Gebrauch der offiziellen Rechtschreibung ist für den … Deutsch Wikipedia