-
1 berijmen
reimDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > berijmen
-
2 versify
v. berijmen, op rijm brengen; verzen maken[ və:siffaj] 〈 versified〉2 rijmelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 berijmen ⇒ in/op rijm zetten -
3 рифмовать
vgener. rijmen, berijmen, op rijm brengen -
4 rhyme
n. rijm; rijmpje, poëzie, verzen--------v. rijmen, laten rijmen[ rajm] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ without rhyme or reason • zonder enige betekenis, onzinnig————————II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 berijmen♦voorbeelden: -
5 rimer
rimer [riemee]1 rijmen ⇒ dichten, verzen maken2 rijmen ⇒ een rijm vormen, rijm hebben♦voorbeelden:mot qui rime avec un autre • woord dat op, met een ander woord rijmtII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 op rijm zetten ⇒ berijmen, in verzen brengenv -
6 reim
rijmen [v], berijmen [v] -
7 rim
1) rijmen2) berijmen -
8 Vers
-
9 in Verse bringen
in Verse bringen -
10 reim
rijmen [v], berijmen [v]
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Пенджабский
- Русский
- Шведский