-
1 benauwen
-
2 benauwen
v. apply pressure, oppress; distress, upset -
3 beklemmen
-
4 klemmen
♦voorbeelden:zijn vinger(s) tussen de deur klemmen • jam one's finger(s) in the door2 [overtuigen, dwingen] be conclusive/convincing3 [benauwen] oppress
См. также в других словарях:
benaut — be|naut <Adj.> [zu niederd. benouwen < mniederd. benouwen, benauwen = beengen, beängstigen, zu: nouwe, nau = eng; genau, identisch mit mhd. nou, ↑genau] (nordd.): kleinlaut, ängstlich, betreten: ein es Gefühl; ihm ist b. zumute … Universal-Lexikon