Перевод: со всех языков на нидерландский

с нидерландского на все языки

С нидерландского на:
Все языки
Со всех языков на:
Все языки
Английский
Нидерландский

benadrukt+worden+fr+nl+17

Толкование Перевод

1 accuser

accuser [aakuuzee]

I    〈 overgankelijk werkwoord〉

1 〈+ de〉 beschuldigen (van) ⇒ 〈 juridisch〉 aanklagen, ten laste leggen

2 aansprakelijk stellen ⇒ de schuld geven

3 doen uitkomen ⇒ benadrukken

♦voorbeelden:

1    tout l'accuse • alles spreekt tegen hem

  → coup

2    accuser le mauvais temps de sa mauvaise humeur • zijn slechte humeur aan het weer toeschrijven

¶    accuser ses péchés • zijn zonden opbiechten

accuser réception • ontvangst berichten

II s'accuser 〈 wederkerend werkwoord〉

1 〈+ de〉zichzelf, elkaar beschuldigen (van), de schuld geven (van)

2 duidelijker uitkomen ⇒ benadrukt worden

♦voorbeelden:

1    s'accuser d' avoir fait qc. • zichzelf iets verwijten

  → excuser

1. v
1) beschuldigen (van)

2) aanklagen [juridisch]

3) doen uitkomen, benadrukken
2. s'accuser
v

zichzelf/elkaar beschuldigen (van)

Dictionnaire français-néerlandais > accuser
2 choriamb

n. poëtisch versvoet gebruikt in lyrische poëzie met twee onbeklemtoonde lettergrepen geflankeerd door twee ritmische beklemtoningen waarbij de eerste en laatste lettergrepen van de versvoet worden benadrukt

English-Dutch dictionary > choriamb
3 ficher

ficher¹ [fiesĵee], c lawngreen〈 ook〉 c brown fiche [fiesĵ]

〈 voltooid deelwoord ook fichu, informeel〉

I    〈 overgankelijk werkwoord〉

1 doen ⇒ maken, uitvoeren

2 geven ⇒ verkopen

3 gooien ⇒ smijten

♦voorbeelden:

1    je n'ai rien fichu aujourd'hui • ik heb vandaag geen steek uitgevoerd

2    ça me fiche le cafard • ik word er helemaal down van

3    ficher qn. à la porte • iemand de deur uit zetten, gooien

ficher qc. par terre • iets laten vallen, omvergooien 〈 ook figuurlijk〉; in de war sturen

  → billet, camp, coup, paix, rame, secousse

¶    va te faire fiche! • krijg de klere!

je t'en fiche! • 〈 benadrukt tegenstelling tussen wat men verwachtte en de werkelijkheid〉dat had je maar gedacht!

ficher qn. dedans • iemand erin laten lopen; 〈 leger〉iemand opsluiten, achter de tralies zetten

II se ficher 〈 wederkerend werkwoord〉

♦voorbeelden:

¶    se ficher à l'eau • in het water springen

se ficher qc. dans la tête • zich iets in het hoofd halen

se ficher de qn. • iemand voor de gek houden

se ficher de qn., de qc. • lak hebben aan iemand, iets

se ficher en colère • driftig worden

se ficher dedans • zich lelijk vergissen

  → doigt

————————

ficher² [fiesĵee]

〈 werkwoord〉

1 〈 paal, spijker〉 inslaan ⇒ inheien, indrijven

2 〈bouwkunde; voeg〉 vullen

3 in een kaartsysteem opnemen ⇒ op fiches zetten, brengen

♦voorbeelden:

3    ficher qn. • iemand op de verdachtenlijst zetten

être fiché • geregistreerd zijn

Dictionnaire français-néerlandais > ficher

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: со всех языков на нидерландский

benadrukt+worden+fr+nl+17

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: со всех языков на нидерландский

benadrukt+worden+fr+nl+17

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: