-
1 belasteren
-
2 belasteren
-
3 belasteren
(о)клеветать, (на)клеветать на, (о)порочить; наговорить на* * *гл.общ. оговорить, оклеветать, опорочить -
4 belasteren
v. slander, defame, discredit, libel -
5 belasteren
ww -
6 belasteren
1) baktala2) förtal3) skvaller -
7 belasteren
calomnier, diffamer, salir -
8 оговорить
vgener. belasteren -
9 оклеветать
vgener. (iem.) de kroon van het hoofd nemen (кого-л.), bekladden, beklodderen, belasteren -
10 опорочить
vgener. (iem.) in de ban doen (кого-л.), (iemands) eer en goede naam stelen (кого-л.), belasteren, een klad op (iemands) naam werpen (кого-л.) -
11 bekladden
1 [bevlekken] barbouiller2 [belasteren] souiller♦voorbeelden:2 iemands goede naam bekladden • salir qn. -
12 eer
eer1〈de〉♦voorbeelden:〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 eer van iets halen • tirer gloire de qc.de eer aan zichzelf houden • sauver la facedat is, komt mijn eer te na • il y va de mon honneurde eer redden • sauver l'honneuriemands eer en goede naam stelen • compromettre la réputation de qn.iemand in zijn eer herstellen • réhabiliter qn.in eer en aanzien leven • être estimé et honoré de touseen gebruik in ere houden • respecter une traditioniets in ere herstellen • remettre qc. en honneurin eer en deugd • en tout bien tout honneurnaar eer en geweten handelen • agir en son âme et conscience2 iemand de laatste eer bewijzen • rendre les derniers honneurs à qn.een diner eer aandoen • faire honneur à un dînerer is geen eer aan te behalen • on y perd sa peineiemand eer bewijzen • rendre hommage à qn.met wie heb ik de eer (te spreken)? • à qui ai-je l'honneur (de parler)?ik heb de eer u te melden • j'ai l'honneur de vous annoncergeen eer van iets hebben • ne tirer aucune satisfaction de qc.zich iets tot een eer rekenen • s'honorer de qc.het zal me een eer zijn … • je me ferai (un) honneur de …ter ere van • en l'honneur detot iemands eer • à l'honneur de qn.dat strekt u tot eer • cela vous honorevoor de eer bedanken • décliner l'honneurere zij God • Dieu soit loué————————eer2〈 voegwoord〉♦voorbeelden:spreek niet eer hij klaar is • ne parlez pas avant qu'il (n')ait fini -
13 iemands eer roven
iemands eer roven〈 belasteren〉 déshonorer qn.; 〈 verkrachten〉 abuser de qn. -
14 bekladden
♦voorbeelden:
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский
- Шведский