-
1 beklauteren
гл.общ. подниматься, взбираться (с трудом) -
2 clamber
n. zware beklimming--------v. beklauteren, beklimmenclamber1[ klæmbə] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————clamber2〈 werkwoord〉1 beklauteren ⇒ opklimmen tegen, beklimmen -
3 взбираться
vgener. bestijgen, opklimmen, beklauteren (с трудом), beklimmen, klauteren, klimmen -
4 подниматься
vgener. beklimmen, klimmen (о солнце, воде и т.п.), opdrijven, opgaan, opkomen, oprijzen, opslaan (о цене), opstijgen, opstuiven, opwaaien, rijzen, steigeren, stijgen, beklauteren, bestijgen (íà), losbarsten (о ветре, буре и т.п.), opklimmen (по лестнице, в гору и т.п.), oplopen (tegen-íà), opschieten, opstaan, opstappen, opvaren, uitschieten, verrijzen o, zich verheffen -
5 взбираться
vgener. bestijgen, opklimmen, beklauteren (с трудом), beklimmen, klauteren, klimmen -
6 подниматься
vgener. beklimmen, klimmen (о солнце, воде и т.п.), opdrijven, opgaan, opkomen, oprijzen, opslaan (о цене), opstijgen, opstuiven, opwaaien, rijzen, steigeren, stijgen, beklauteren, bestijgen (íà), losbarsten (о ветре, буре и т.п.), opklimmen (по лестнице, в гору и т.п.), oplopen (tegen-íà), opschieten, opstaan, opstappen, opvaren, uitschieten, verrijzen o, zich verheffen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Русский