-
1 administrateur
administrateur [aadmieniestraatur],administratrice [aadmieniestraatries]〈m., v.〉1 beheerder, -ster ⇒ bestuurder, -ster, bestuursambtenaarm (f - administratrice)beheerder/-dster, bestuurder/-dster -
2 intendant
intendant [ẽtãdã]〈m.〉m1) intendant, hoofd van de huishoudelijke dienst2) beheerder, rentmeester -
3 syndic
-
4 économat
économat [eekonnommaa]〈m.〉1 ambt van (huis)beheerder ⇒ rentmeesterambt, ambt van huismeester ⇒ 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 ambt van econoom2 kantoren van de (huis)beheerder ⇒ kantoren van de rentmeester, van de huismeester -
5 gérant
gérant [zĵeerã],gérante [zĵeerãt]〈m., v.〉1 beheerder, -ster ⇒ zaakvoerder2 gerant(e) ⇒ verantwoordelijk beheerder, bedrijfsleider♦voorbeelden:gérant de succursale • filiaalhouder -
6 économe
économe1 [eekonnom]〈m.〉————————économe2 [eekonnom]♦voorbeelden:1. m 2. adjzuinig, spaarzaam -
7 curateur
-
8 curateur à succession vacante
curateur à succession vacanteDictionnaire français-néerlandais > curateur à succession vacante
-
9 exploitant
exploitant [eksplwaatã],exploitante [eksplwaatãt]〈m., v.〉1 ondernemer, -ster ⇒ exploitant, beheerder, uitbater2 ontginner ⇒ bebouwer, landbouwer♦voorbeelden: -
10 gérance
gérance [zĵeerãs]〈v.〉1 zaakwaarneming ⇒ bewind(voering), beheer♦voorbeelden:mettre un fonds de commerce en gérance • een beheerder in een handelszaak zetten -
11 liquidateur
-
12 mettre un fonds de commerce en gérance
mettre un fonds de commerce en géranceDictionnaire français-néerlandais > mettre un fonds de commerce en gérance
-
13 régisseur
régisseur [reezĵiesur]〈m.〉1 toneelmeester ⇒ inspiciënt, technische leider2 rentmeester ⇒ beheerder, bestuurder♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Bewindhebber — ist in der niederländischen Sprache eine Bezeichnung für verschiedene Führungs Funktionen. Insbesondere versteht man unter einem Bewindhebber einen Befehlshaber, Direktor oder Vorsteher, zum Beispiel bei der Niederländischen Ostindien Kompanie… … Deutsch Wikipedia