-
1 active participle
bedrijvend deelwoord -
2 active
adj. actief, bedrijvig; bijdragend, ondernemend--------n. werkzaam zijnde (in grammatica)[ æktiv]1 actief ⇒ werkend, in werking2 actief ⇒ bedrijvig, levendig♦voorbeelden:an active volcano • een werkende vulkaanlead an active life • een actief/druk leven leiden3 active voice • bedrijvende vorm, actief4 an active balance of trade • een actieve/gunstige handelsbalansactive property • activa〈 handel〉 active debts • actieve/uitstaande schulden〈 handel〉 active securities/stocks • actieve fondsen, druk verhandelde fondsen〈 leger〉 on active service • 〈 Brits-Engels〉 aan het front; 〈 Amerikaans-Engels〉in actieve/feitelijke dienst
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский