-
1 balanceren
1 [zich in evenwicht houden] se tenir en équilibre2 [besluiteloos zijn] balancer♦voorbeelden:op de rand van een bankroet balanceren • être à deux doigts de la banquerouteII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
2 balanceren
1 [zich in evenwicht houden] balance♦voorbeelden:balanceren op de rand van de dood • hover between life and deathII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [techniek, technologie] balance -
3 balanceren
балансировать с-* * *гл.1) общ. балансировать, сохранять равновесие2) перен. колебаться, не решаться3) фин. подводить баланс -
4 balanceren
balancieren -
5 balanceren
zoyaDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > balanceren
-
6 balanceren
v. balance; poise, suspend -
7 balanceren
ww1) se tenir en équilibre, se balancer2) balancer, mettre en équilibre -
8 balanceren
• to balance -
9 balanceren
1) gunga2) berg3) svängning4) vagga5) svinga6) svänga -
10 balanceren
balancer -
11 balanceren
zoya -
12 balanceren op de rand van de dood
balanceren op de rand van de doodVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > balanceren op de rand van de dood
-
13 balanceren van een productielijn
• line balancingNederlands-Engels Technisch Woordenboek > balanceren van een productielijn
-
14 op de rand van een bankroet balanceren
op de rand van een bankroet balancerenDeens-Russisch woordenboek > op de rand van een bankroet balanceren
-
15 op het slappe koord balanceren
op het slappe koord balanceren -
16 op de rand van een bankroet balanceren
op de rand van een bankroet balancerenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > op de rand van een bankroet balanceren
-
17 op het scherp van de snede balanceren
op het scherp van de snede balancerenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > op het scherp van de snede balanceren
-
18 laten balanceren
balancer -
19 балансировать
balanceren -
20 amplifier balance
Balanceren van luidspreker
См. также в других словарях:
Surfriding — Balanceren på et brædt gennem brændingen … Danske encyklopædi
Natur — 1. Auf wen die Natur ist versessen, dem hat sie mit Scheffeln es zugemessen. 2. Auff der Natur wechst kein schimmel noch rost. – Lehmann, 540, 54. 3. Dazu einer von Natur geneigt ist, dazu ist er leicht abzurichten. – Lehmann, 539, 35. 4. Der… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon