-
1 autorijden
-
2 autorijden
-
3 autorijden
гл.общ. водить машину, ездить на машине -
4 autorijden
I.Auto fahrenII.hetAutofahren n -
5 autorijden
v. drive an automobile, drive a car; travel in a car -
6 autorijden
araba sürmek [-er] v -
7 het autorijden
het autorijden -
8 hij kan absoluut niet autorijden
hij kan absoluut niet autorijdenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij kan absoluut niet autorijden
-
9 водить машину
vgener. autorijden -
10 ездить на машине
vgener. autorijden -
11 instructeur
instructeur, instructrice -
12 rijles
♦voorbeelden: -
13 rijstijl
-
14 absoluut
♦voorbeelden:1 absolute alcohol • absolute/pure alcoholabsoluut gehoor • perfect pitchabsoluut gezag • absolute powerop het absolute hoogtepunt van haar carrière • at the very height of her careerdat is absoluut onmogelijk • that's absolutely impossibleik ben (er) absoluut zeker (van) dat … • 〈 ook〉 I'm positive/dead certain that …ik wil het absoluut weten • I'm determined to knowabsoluut niet • absolutely nothij kan absoluut niet autorijden • he can't drive to save his lifeik heb absoluut geen tijd • I simply have no time〈 filosofie〉 het absolute • the absolute/Absoluteweet je het zeker? absoluut! • are you sure? absolutely! -
15 rijstijl
1 [met betrekking tot autorijden] driving style2 [met betrekking tot schaatsenrijden] skating style
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Русский
- Турецкий
- Французский