-
1 to automate
automatiseren -
2 automate
-
3 computerize
v. automatiseren, overschakelen op computers[ kəmpjoe:tərajz]I 〈onovergankelijk en overgankelijk werkwoord; zelfstandig naamwoord: computerization〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
4 Applescript
n. Applescript, op het Engels gebaseerde scripttaal waarmee je scripts kunt schrijven om computer- en programmataken te automatiseren, in Macintosh besturingssysteem geïntegreerd -
5 automatise
v. automatische maken, automatiseren (ook "automatize") -
6 automatization
n. automatiseren (het gebruiken van machinen inplaats van handen) -
7 automatize
v. automatische maken, automatiseren (ook "automatize") -
8 deskill
v. een baan downgraden van een geschoolde naar een halfgeschoolde positie, mechaniseren, automatiseren
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский